a. m fip
'V
FWB
f v__ v
J
so
Nk
K'
uit Spinet en Onder Elkaar, de twee
contactbladen van de Spiritijnen, maar
komen directer en levendiger over
als Kees Bruin er zelf over vertelt. Er
waren altijd en overal markten, meestal
op zaterdag. Van ruilhandel heb ik niet
zoveel bespeurd. In een wat grotere plaats
werd een koe geslacht op de marktdag
en dan kon je ter plekke een paar kilo
vlees kopen. Maar weer niet in de kleine
dorpen. Er was ook daar wel een kleine
markt, maar er werd toch vooral langs
de weg verkocht. Veel hadden de mensen
ook zelf. Ieder had zo zijn eigen stukje
van een plantage, die ontgonnen was
in het bos. Meestal werkten de vrouwen
daar. Ook waren er inkomsten van cacao
en koffie. Deze producten werden door
de mannen gerund en naar centrale
opkoopplaatsen gebracht. Wij deden veel
zelf. Al moesten er altijd geld en goederen
bij vanuit Nederland, voor ons regelde
dat de Missieprocuur in Halfweg. Denk
maar aan bouwprojecten, schoolartikelen
en vervoer. Iedere missiepost had zijn
eigen steenbakkerij, timmerwerkplaats
en garage. Ook het dorp zelf profiteerde
daarvan! Veel tijd ging natuurlijk zitten in
het werk van de kerk zelf, van missen
tot dopen, van biechten tot eindeloos
overleg over huwelijken. Op den duur
kwam er steeds meer sociaal werk bij.
Op vormingsdagen kwamen er in ver
gaderingen problemen uit het dagelijks
leven ter sprake: scholing, landbouw,
uitbuiting van de pygmeeën, tovenarij,
vrouwenbeweging en aids.
Het werk daar was en is vooral voor de
vrouwen uitzichtloos hard, geld is er
weinig en het voedsel heel sober. Toch,
zegt Kees Bruin, beschikken ze over een
optimistische geest en weten ze ondanks
alles vrolijk te zijn: een mentaliteit die me
doet terugdenken aan het Waarland van
mijn jeugd. We waren arm, maar hadden
toch ook veel plezier.
Taalexamen
Zijn eerste missiepost was Bertoua, de
hoofdstad van de Oost-provincie. Hij
arriveerde daar begin mei 1968 en zou
er ruim drie maanden blijven. Deze post
beschikte over o.m. een kerk, een school
en een groot centraal gebouw. De daken
waren bedekt met matten van palmbla
deren of met zinken en aluminium golf
platen. Op plantages rondom werd ma
niok of cassave verbouwd. Voor nieuwe
plantages werd omringend bosgebied in
brand gestoken. Zijn voorganger, pater
Adriaan Olsthoorn, maakte mee, dat de
kerk en diverse gebouwen daarbij ook
afbrandden. In de buurt van de school
waren de woningen van de catechist en
de onderwijzers. Ook die school is een
keer afgebrand doordat brandend afval
terecht kwam op de dakbedekking. In
Bertoua heb ik vooral geprobeerd de taal
te leren. Met een Grundig-bandrecordertje.
Kinderen en vooral meisjes herhaalden
voor mij steeds de woorden zowel in
het Frans als Ewondo. We hebben veel ge
lachen. Na drie maanden onderging ik een
soort taalexamen door Mgr. Van Heijgen
in verband met het biechthoren. Door hem,
de bisschop, werd ik voor de eerste keer
benoemd, later door mijn religieus overste,
zoals het eigenlijk hoorde. Ik werd al gauw
ziek door het voedsel en vooral het water.
De koelkastjes, die op peterolie werden
gekoeld, werden niet altijd goed schoon
gemaakt. Ook heb ik malaria gehad.
z
UJ
O
I Kaart van Kameroen
I ca. 1972.
-
al
jü
‘guinée esp. I
Üii
O
X
Q
'j-'
100
200 Km
0
f
ra
0
22
.1
~Z_ C**1 Z_ZZ--ZZ1ZZ4
Kpibi^r
11^=^
b.~-
ZZ^ZZZZ
1AC
TCHA
u-
cc
Q-
'U1
QC
Bamenda
Mbouda_'~
Dschanq^J'
Tibati rS
c V"
r Yoko
Pofi
Mbang
Yokadouma
i
FoptFoureau5^\
I»
Bouten
fchülhre
f
I
fi NkongsamÈa^Tz''
Kumba MzJ’*z j
^fi/lolo'dorP x
Fbolowa^/
\Sangmélina
iCampo^' \Ambam
«*,z***^ /*3an
z^PFoumban
\jproumbóL
fatpussam!
^agang^e
Z/ r
^•'Yabass’i
Hl F
Capitate d'Etat
q CheEHeu de Département
o Centre important
■bm Limite d'Etat
Limite de Département
Route importante
-r^ Voie Perrée
4“ Aérodrome
Fortbourt
T jMgra
Mokolo',
>1
t' r
Garoua^jj^fX^
I
I
CO i
^Kgatcha
Wré ^J^gaoundépé
BétarèOya
UJ
iw z
o
X C3
x_zz
(T I1 aeujav n;
k c° Fr
i
I
I
ólYloloundou }f
tl
N GZïv>
Bertoua
^C^^onolinQ^^
Hz
Lom ié
°n-
Ujoum
’r-
GABON'