ROND WAARLANDSMOLEN (II)
Piet Kleverlaan
17
De verticale balken zijn de
achtkantstijlen. De zware
horizontale balk heet een
legerings- of bintbalk. De
ondersteuningsbalk is een
korbeel. De horizontale
dunnere balken tussen
de achtkantstijlen heten
veldregels en de scheve
zijn de veldkruisen.
De Noordhollandse binnenkruier heeft
acht verticale hoekpijlers of achtkantstij
len. De hoekpijlers die naast elkaar staan,
worden door veldregels en veldkruisen
met elkaar verbonden. Terwijl legerings-
of bintbalken de hoekpijlers verbinden
die tegenover elkaar staan. Merkwaardig
is dat in de Waarlandsmolen bij één van
de velden één veldkruis aanwezig is,
terwijl de andere velden er twee hebben.
Bovendien heeft deze molen in alle vel-
Kaarten en een verstoeling
Als het over molens in onze provincie gaat,
is het boek Molens in Noord-Holland uit
1981 nog steeds een veel gebruikt naslag
werk. Naast dit boek is ook de kaart van
Joost Jansz. Beeldsnijder, ook wel Bilha-
mer genoemd, een belangrijke informatie
bron. Deze kreeg in 1571 van de toenma
lige landvoogd van de Nederlanden Alva
de opdacht een militaire kaart te maken
van Noord- en een deel van Zuid-Holland.
Deze was klaar in 1575. Mogelijk heeft hij
de kaart zelf in een beperkte oplage ge
drukt en min of meer geheim gehouden om
deze later bij te werken. Jammer genoeg is
het origineel niet bewaard gebleven.
In 1608 heeft Harmen Allertz. van
Warmenhuijsen de kaart van Beeldsnijder
uitgegeven en hij schrijft hierbij dat de
caerte van Joost Jansz. op veelplaetsen
is ghebetert. Op deze kaart, met het
jaartal 1575, staat in de Waertpolder een
molen getekend.
In het jaarboek 2007 van het Westfries
Genootschap verscheen een uitvoerig
artikel van Bert Kölker en Jan de Bruin
over de poldermolens op deze kaarten.
den een extra groot veldkruis. Deze zijn
later aangebracht, waarschijnlijk om de
molen te verstevigen.
Aan de onderzijde is een houten raam
werk, het zogenaamde ondertafelement,
dat rust op een stenen fundering. Aan de
bovenzijde zijn de hoekpijlers verbonden
met het boventafelement, waarop met
houten kruirollen de molen op de wind
gezet kan worden. Bij het boventafele-
ment van deze molen zijn nog blokkelen
aangebracht. Dit duidt erop dat deze
molen heel oud is, want bij binnenkrui-
ers van latere datum zijn geen blokkelen
aangetroffen. Een bijzonderheid is, dat
mogelijk in het begin van de 17e eeuw
tussen twee hoekpijlers een oude molen
roede is aangebracht. Waarschijnlijk is
bij een zware storm een roede afgebroken
en door het riet naar binnen geslagen. De
roede heeft toen de veldregel en het veld-
kruis vernield en is ter plaatse op maat
gezaagd en heeft de kapotte veldregel en
het veldkruis vervangen.
In het eerste artikel over de Waarlandsmolen heeft u kunnen
lezen over de stut met namen, die gevonden is bij het vernieuwen
van de acht penanten. Op de penanten rusten de achtkantstijlen
of hoekpijlers. Deze keer gaat het over het onderzoek naar de
ouderdom van deze binnenkruier. Hiervoor zijn houtmonsters
genomen uit acht balken, waaronder twee achtkantstijlen en
een veldkruis.
n 1408 werd bij
Alkmaar een
wipmolen gebouwd.
Waarschijnlijk was
dit de eerste pol-
dermolen op wind
kracht. De binnen-
of bovenkruiers
zijn later gebouwd.
De torenmolen van
Zeddam uit 1451
is de oudste nog
in werking zijnde
bovenkruier van ons
land. Wie dit molen
type uitgevonden
heeft, is niet bekend.
Wel weet men uit
de geschiedschrij
ving van de stad
Alkmaar dat de
Vlaming Lieven
Jansz. van Moer-
beke daar in 1581
een oliemolen heeft
gebouwd. Verder is bekend dat er toen
ook al houten koren-, hennep-, en polder-
molens bestonden. Ze waren achtkantig
en bovenin werd hun kap met een kruirad
op de wind gezet.
1
rjr F J
vr
s-