8
Muziek maken achterin het
land bij de kolk. Kees met
gitaar en zijn broer Arie.
Fotograaf: Cees Hoebe.
Kees Bruin lezend vóór
de nieuwbouw van het
grootseminarie Het
Kasteel Gemert. Links een
medestudent, die korte tijd
later is verongelukt.
Op studie
Toen ik aan kapelaan Bernard de Lange
vertelde dat ik roeping had en missiona
ris wilde worden, heeft hij mij het klein
seminarie van de paters van de Heilige
Geest in Weert aangeraden. Zelf was
De Lange geen wereldheer zoals ge
bruikelijk voor een kapelaan of pastoor,
maar een pater van de Congregatie
van de H. Geest. Pater van der Ploeg
is ook belangrijk voor hem geweest.
Hij kwam als roepingenpater geregeld
op school en later ook bij hem thuis.
Van Mevrouw Raas, de vrouw van de
hoofdonderwijzer, kreeg hij bijles, om
Frans te leren en goed Nederlands. Tot
dit bijlesgroepje behoorden ook Nico
Pancras, de latere toneelspeler, Henk
de Wit en Joop en Herman Jaspers.
In Weert begon hij in de voorbereidende
klas. De eerste keer ben ik erheen
gereisd per taxi, samen met Henk de
Wit, die het niet heeft afgemaakt. Ook
in Weert zat later Dik Dekker, die het
nog tot in Gemert heeft volgehouden.
De grote waszak is tot in Gemert naar
Waarland heen en weer geweest. Mijn
kledingnummer was 84, toeval of niet,
hetzelfde als ons huisnummer.
Drie keer per jaar reisde hij met de trein
naar huis, met Kerst, Pasen en de grote
vakantie. In deze jaren ging hij in het
dorp rond met spullen voor de missie.
Soms verkocht hij van alle leerlingen het
meeste, wat dan werd beloond met een
uitstapje voor zijn klas.
Ik heb in Weert heel weinig bezoek gehad,
aanvankelijk helemaal niet, totdat mijn
tante Vroon, een zus van m’n moeder, en
ome Niek Stam met de motor op bezoek
kwamen. We waren met 200 studenten. In
1956 werd het kleinseminarie een erkend
gymnasium. Een ontwikkeling waar ik
ook van heb kunnen profiteren. Zeven
jaar is hij in Weert geweest. Hij kon daar
ook buiten schooltijd van alles leren. Ik
kon boekbinden, leerde goed zingen en
een beetje harmonium spelen. Omdat we
voor het harmonium met zo velen waren,
heb ik jammer genoeg te weinig oefentijd
gehad. En ook mocht ik voetballen in het
eerste elftal.
In groepjes van drie
Voor de jongens die priester wilden
worden, volgde aan het einde van het
laatste jaar in Weert de ceremonie van
de inkleding. Ze kregen een toga aan en
een wit priesterboord ten bewijze dat ze
gedirigeerd toen
ik al op het semi
narie zat en hij
deed dit toen
samen met Nico
Smit, die Beet
hoven werd ge
noemd.
Nico Hoebe was
ook een fervent
koorzanger. Hij
heeft zelfs thuis
een elektrisch
orgel gebouwd,
want hij was een knutselaar en had meer
technisch inzicht dan ik.
Een ander huis dichtbij was dat van zijn
grootouders aan de Veluweweg. M’n
opa en opoe, Adam Bruin en Neeltje
Danenberg, woonden in een huis met
daarachter een schuur. Hij was tuinder,
had een paar koeien en daarnaast had
hij samen met z’n zoons Klaas en Adam
een loonbedrijf. De woning was te be
reiken over een stenen brug. Het huis is
afgebrand en later is de schuur door
een storm in elkaar gewaaid. Op deze
plek staat nu de woning van Dirk en
Carla Bruin, Veluweweg 54. Dirk is een
zoon van m’n oom en tante Adam Bruin
en Alie Broersen.