•H r ra - 7 Tijdens vakantie bij huis witlofsteken uit de kuil met Theo (links) en Klaas (midden). De kinderjaren Toen Kees Bruin onlangs Toendertoid uit mei 1996 onder ogen kreeg, met daarin een verhaal over Jac. Hoebe, riep dit veel herinneringen op aan zijn kindertijd. Jaap Hoebe en zijn vrouw Anna Bakkum waren namelijk de buren van zijn ouders. De akkers grensden aan elkaar. Op zijn netvlies verscheen meteen het woonhuis van het echtpaar Hoebe (nu: Hogebrug- weg 1) met pal ernaast dat van hun oud ste zoon Kees en daarachter de fruittui- nen. Kees Bruin was bevriend met Nico, de jongste zoon van Jaap en Anna Hoebe. Langs een pad naar de Veluweweg ging ik naar m’n schoolvriend Nico, die net over de brug tussen de Veluweweg en de Hogebrugweg woonde. Als het mooi weer was, speelden we buiten; binnen als het koud was, regende of winter. Nico had veel meer spelletjes en boeken dan wij thuis en hij verzon ook heel veel. Toen we wat groter waren, fietsten we ook samen of gingen naar de andere twee vrienden toe, naar Theo Veldman achter het spoor aan de Oostkade of soms bij Joop Jaspers thuis. Zelden bij mij thuis in ieder geval, alleen als ik jarig was. Nico voelde zich niet zo goed thuis in dat grote gezin. Nico was ook muzikaal net als z'n vader. Samen zaten we op de mondharmonicaclub. Mondharmonica- spelen heb ik van m'n vader geleerd. Als jochie speelde ik al bij de Cromico ’s net als Nico. Hij heeft die club nog een tijdje kinderen, onder wie weer een Arie, ge boren op 3 februari 1948. Bij deze broer logeerde Kees Bruin recentelijk nog, in de zomer van 2013. toegesnauwd met Als jullie weer worden opgepakt, dan kunnen jullie rekenen op de strop. De driejarige Kees, op 17 februari 1941 geboren, stond met zijn moeder en zusje Gaath en tal van familieleden en Waar- landers op het station van Noord-Schar- woude, toen het drietal vrijgelatenen daar arriveerde. Zo jong als hij nog was, begreep hij dondersgoed wat er gaande was. Het weerzien met zijn vader maakte hem blij. Kleine Kees kraaide toen verrast uit: Alle mensen zijn blij, alle bloemen zijn blij en alle bomen zijn blij. Deze woorden zijn goed bewaard geble ven, mede doordat de pastoor van tijd tot tijd aan deze woorden herinnerde op de preekstoel. Kees: Mijn moeder heeft me wel eens gevraagd of ik het wel had gehoord dat pastoor mijn woorden weer eens had herhaald. Jan Bruin kon in de zomer van 1944 weer de piepers rooien, de bonen plukken of op rui ters zetten. Maar twee jaar later trof het gezin nog weer ander leed. Zoon Arie, drie maanden na de vrijlating geboren, verdronk op 4 juli 1946. Een tweede zoon werd ook Arie genoemd. Hij overleed op 18 februari 1947, een maand oud. Uiteindelijk groeide het gezin uit tot elf I Moeder Corrie Bruin naast I de boerderij, ca 1954-1955. ‘‘,^y i 1 -’>5'v t.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2014 | | pagina 7