27
Piet Zutt Nzn. en Simon
Kramer op zomerkamp op
Texel in 1948.
Ze hebben een konijn
gevangen. Simon Kramer
is begin jaren vijftig
geëmigreerd naar Canada.
Piet Zutt Nzn. heeft
gewerkt bij Gerrit Stoop.
Hij bracht voor hem
kruidenierswaren rond.
De foto is genomen op de
Zijdewinder kermis. Zijn
zus Riet staat naast hem.
Verkenners in Waarland
Piet Zutt Nzn., geboren op 27 december
1930 en tegenwoordig woonachtig in
Heerhugowaard, weet nog veel over de
verkenners te vertellen: Ik werkte toen bij
Gerrit Stoop, de kruidenier. Ik bracht de
boodschappen rond en werkte daar tot zes
uur. Piet was betrokken bij de start in de
oude boerderij aan de Nieuwe Polderweg,
het nieuwe onderkomen voor bijeenkom
sten van de jeugd. Dat was een noodge
val. Van de jeugdbeweging was na de oor
log niks meer over. Maar toen die voorbij
was, hadden we wel weer zin om wat op
te richten en we gingen aan de gang.
Het bleek al gauw dat er liefhebbers voor
waren en zo kwam er een groep bij elkaar.
doordat ze in kleine vaste
groepjes werken met hun
eigen aanvoerder. Het uni
form bestond uit een blouse
of trui, een scoutingdas en
insignes voor behaalde
vaardigheden.
Het is toen gaan groeien, Maar het was
niet meer zoals voor de oorlog. Volgens
mij was er toen geen kapelaan bij met
nieuwe ideeën en we moesten alles zelf
uitzoeken. Jammer, want je hebt namelijk
iemand nodig die nieuwe acties voorstelt
en dat was toen niet zo.
Ze hadden dus weinig hulp van de aal
moezenier maar dat verhinderde ze niet
om op kamp te gaan: Zo gingen we met
een groep op kamp naar Vlieland, vol
gens mij in 1947 of1948. Het was toen
kermis en we wilden wel eens wat en
zeker het dorp wel eens uit. Piet zat
zo’n beetje in de leiding en samen spra
ken ze af hoe er heen te gaan en wat
ze gingen doen.
Er werd toen een bus gehuurd bij Cees
Slijkerman. Die raakte vol met vroegere
St. Jansknapen. Eerst reden we naar
Harlingen en toen voeren we met de boot
naar Vlieland. Met een groep van een
man of tien, twaalf kampeerden we daar.
Daar waren we ongeveer een week. Het
was echt kamperen, in een grote legertent
die we mee hadden. We maakten zelf een
keukentje en stookten met takjes en stok
ken. Het was nog vlak na de oorlog.
Dus we moesten bonnen meenemen voor
allerlei artikelen. Maar we konden geluk
kig het menu aanvullen want we wisten
konijnen te vangen om die op te eten.
Zondags naar de mis. Er was een pater
mee, die droeg deze midden in de natuur
op, in de bossen. We hielden speurtochten
en liepen naar het dorp. Toen weer terug
naar Harlingen en daar kwam Cees
Slijkerman ons weer ophalen.
Verkenners
Vóór de oorlog heette in
ons land de algemene jon-
gensscouting, bedacht door
Baden-Powell, de padvin
derij. Voor de katholieke
jeugd was dat de verken
nerij. Een minpunt was
dat velen de verkennerij
te elitair vonden. Ook de
r.-k. kerk voelde niet zo
veel voor deze vorm van jeugdwerk en
daarom gaven parochiegeestelijken liever
de voorkeur aan de Jonge Wacht. In het
bisdom Haarlem was dat de Kruisvaart
en in Waarland werden toen de Sint
Michiels- en de Sint Jansknapen op
gericht. Na de Tweede Wereldoorlog
wilden de Nederlandse bisschoppen alle
katholieke jeugd- en jongerenorganisaties
op laten gaan in de Katholieke Jeugd
beweging (KJB), die officieel in 1947
opgericht werd. De KJB vormde de over
koepeling van de Katholieke Verkenners,
het Jongensgilde en de Jongensclubs en
Patronaten. Van deze groeperingen was
de Katholieke Verkenners verreweg de
grootste. In 1961 werden de Katholieke
Verkenners weer een zelfstandige organi
satie en ontstond Jong Nederland uit de
overige delen van de KJB.