37
Gerrit Wester 25 jaar
priester, 15 maart 1955.
Foto: Teun Jansen.
Aan het einde van de jaren ’50 telde
de orde van het Heilig Kruis ongeveer
tweehonderd priesters in Nederland,
omvangrijker zou de orde hier niet
meer worden. Nu zijn er in Nederland
nog zo’n vijfentwintig.
Amsterdam en Duitsland
Pater Louis Sips herinnert zich hem in
deze periode zo: In die voor hem onte
genzeggelijk moeilijke dagen, vroeg ik
hem of hij zich verbitterd voelde? Hij ont
kende dit en zei, dat bij hem de gewoonte
was ontstaan om bij onrecht, een onheus
woord of slechte beoordeling voor de
personen die hem dit aandeden te bid
den. En dat was voor hem een tegengif
tegen verbittering. Zijn overplaatsing in
1963 naar Amsterdam-Geuzenveld moet
een opluchting zijn geweest. Hij kon zich
weer toeleggen op de pastorale zorg. In
een jonge parochie en in samenwerking
met pastoor Marinus Nillesen, zijn con
frater van Java en Rotterdam. Het werden
zijn laatste drie jaren in Nederland.
Wester vertrok naar West-Duitsland,
waar hij overigens bleef behoren tot de
Nederlandse provincie van de kruisheren,
omdat ook de Duitse vestigingen daarvan
deel uitmaakten. Op de provinciale ver
gadering van 1969 bijvoorbeeld vertegen
woordigde hij de vestigingsplaats Kleve.
In het ziekenhuis aldaar heeft hij weer
enige tijd samengewerkt met Marinus
Nillesen. Toen deze in 1968 terugkeerde
naar zijn plaats van herkomst, het naburi
ge Gelderse Malden, kreeg Gerrit Wester
gezelschap van pater Frans Zonnenberg,
die toen psychologie studeerde in Nijme
gen. Intensief zal hun samenwerking niet
zijn geweest, bovendien was deze slechts
van korte duur.
Vanaf 1969 verbleef hij in andere Duitse
plaatsen. Zijn band met het Nederlandse
provinciegebied van de kruisheren werd
steeds losser. Sporadisch kreeg hij bezoek
van confraters, wel bleef hij een fervent
lezer van het contactblad Bulletin. Pater
Sips, redacteur van Bulletin, herinnerde
zich hun gezamenlijke reizen nog goed,
ook die uit vroegere jaren: Vaak reden
we samen langs eindeloze wegen, want
Gerrit improviseerde onderweg voor-
beeldloos talloze ontmoetingen, oost
waarts naar de Bundesrepublik. Als goed
huisvader wilde Gerrit de jongens thuis
tracteren en kocht in het Wirtschafts-
wunderland Kuchenboden oftewel vlaai-
niet van spanningen. Het ideaal van de
kruisheren is een vita mixta, het vanzelf
sprekende samengaan van kloosterleven
en pastorale zorg. Dit ideaal zag Gerrit
Wester, die een zeer getrouwe kruisheer
was, bedreigd worden.
St. Helena in Amersfoort
In december 1959 zag hij zich gekozen
tot prior in Amersfoort. De kruisheren
waren daar vanaf 1947 betrokken bij on
derwijs. Het nieuwe klooster, gebouwd
in 1956 en genaamd St. Helena, oogde
als een middeleeuws complex. Lang
is hij hier niet gebleven, want in 1963
verhuisde hij naar Amsterdam. Wat de
redenen daarvoor zijn geweest, laat zich
moeilijk raden. De schrijver van zijn In
memoriam, pater Louis
Sips, gebruikt slechts
omfloerste woorden.
Voor velen had Gerrit
iets ondoorgrondelijks,
tegendraads, nauwelijks
of geen houvast biedende,
iets irreëels; was in zijn
doen en laten een ver
warde klis, een soort gor
diaanse knoop van zoveel
ineenstrengelingen, dat je
er niet meer uitkwam.
Blijkbaar heeft er zich
in Amersfoort iets af
gespeeld, dat hem ertoe
heeft gebracht daar
weg te willen en naar
Amsterdam te gaan.
Navraag in november
2013 bij Rector Rein
Vaanhold, 78 jaar oud en
wonende te Uden, bracht
opheldering. De oud-
provinciaal en oud-magister-generaal
herinnerde zich deze kwestie nog goed:
Ik was toen godsdienstleraar in Amers
foort. Het kruisherencomplex omvatte
behalve een klooster en een kapel ook
een school. Het was een te duur project.
Als prior kon Wester daar niet goed mee
omgaan. Hij gaf veel te makkelijk uit en
dekte financiële problemen toe met zijn
gebruikelijke houding van maak je geen
zorgen, dat komt wel goed. Overigens
kan deze houding meer doordacht zijn
geweest dan op het eerste gezicht lijkt.
Iedereen geven naargelang hij nodig
heeft, is immers een regel van Augustinus
die elke kruisheer kende. Wester hield