t’ 34 Rotterdam na het bombardement op 10 mei 1940, hier de omgeving van de Aert van Nesstraat en Coolsingel. Op de achtergrond de toren van de verwoeste Sint-Laurenskerk. Achthonderd doden, 24000 woningen en 8000 grote gebouwen in puin, 80000 inwoners dakloos. Fotograaf J. F. H. Roovers. Nederland dringen door zoals een brand in de kerk van Vierlingsbeek en een foto van kruiend ijs op de Waal bij Nijmegen. Zoals er tegenwoordig wordt geschreven over de gevaren van internet voor de jeugd, zo werd er toen fel geageerd tegen het beschikbaar komen van films voor de jeugd. Als nieuw medium laat de katho lieke radio-omroep van zich horen, wat blijkt uit de aankondiging van een directe uitzending van een orgelconcert uit de kerk van de kruisheren op 8 maart 1934, verzorgd door de IKROS, de Indische Katholieke Radio Omroep Stichting. Van een doopplechtigheid in dezelfde Kruis kerk is een groepsfoto bewaard. Pater Gerrit Wester staat in het midden. Zo heeft hij ook in zijn laatste jaar letterlijk in het midden gestaan van al het nieuws en al het katholieke leven om hem heen en in de wereld. In Rotterdams groene gordel Na zijn terugkeer in 1935 werd hij aan gesteld in de parochie van de H. Kruis vinding in de Rotterdamse nieuwbouw wijk Tuindorp. De parochie was in 1922 gesticht. In 1927 was de nieuwe kerk aan de Beukendaal in gebruik genomen. Ook de overwegend zwaar protestantse plaat sen als IJsselmonde, Barendrecht, Bolnes, Ridderkerk en Rijsoord behoorden tot de parochie. Rond 1932 lag het aantal parochianen al boven de tienduizend. De pastorie was met vooruitziende blik ruim gebouwd. Als een klein klooster her bergde ze in 1936 een gemeenschap van zeven paters en drie broeders. Eén van de broeders was Antoon Tünnissen. Hij zou zijn leven lang, soms met een onderbre- king, de vaste assistent van Wester blijven. In 1936 voegde zich Marinus Nillesen bij hen. Hij was eveneens in 1935 oververmoeid uit Java teruggekeerd in Nederland. Op verhaal gekomen in Uden, werd Nillesen door de Rotter damse communiteit gekozen tot prior, de overste van de kloostergemeenschap. Drie jaar later werd hij ook pastoor, het hoofd van de parochie. Het moet daar met Nillesen, ook wel de lachende pastoor genoemd, in deze vooroorlogse jaren een opgewekte boel zijn geweest. Ook door toedoen van Gerrit, die als predikant weinig kwaad kon doen. Als hij op de meest onverwachte momenten ondanks de plechtige solemniteit in de slappe lach geraakte, dan werd de Beukendaalse tempel de lachende kerk. (Uit: Bulletin van de kruisheren, 1979) De oorlogsjaren Tijdens de beruchte razzia in Rotterdam op 10 november 1944 kreeg de pastorie inkwartiering van een Oberleutnant met 25 man en er werden buiten drie kanon nen opgesteld. Uit Rotterdam-Zuid al leen al werden toen bijna twintigduizend mannen en jongens naar Duitsland weg gevoerd. De Duitsers hadden geen weet van wat de paters allemaal aan steun verleenden. Pater Harrie Waldram was opgenomen in de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers en had zich ingezet voor het onderduikend spoor wegpersoneel bij en na de staking van 17 september 1944. Pastoor Nillesen en pater Wester zorgden voor financiële hulp en voedsel. Pater Govert Aengenent hield zich bezig met kleding- en schoeisel- acties en met steunacties voor baby’s. In de Hongerwinter, die ook nog eens een zeer strenge winter was, wisten Nillesen en Wester via de ondergrondse be slag te leggen op grote hoeveel heden aardappelen en lieten die naar de stad smokkelen. Wester kreeg het voor elkaar dat in een cafetaria aan grote aantallen kinderen een bord warme soep werd verstrekt en op bepaalde feestdagen zoals Nieuwjaar en Pasen enkele honderden vol wassenen een stevige maaltijd konden gebruiken. De toestand in de stad werd rampzalig. In februari 1945 i.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2014 | | pagina 34