- 4-K
25
Aankomst in Melbourne op
18 november 1958.
Ria schreef regelmatig aan
haar vriendin Elly Stoop.
Maar in haar brieven
noemde ze Elly
al gauw Ella of El.
Ze bezochten toen met enige regelmaat de
Hollandse club in Melbourne. Maar thuis
was hun home. Er was altijd reuring.
Iedereen kon komen en de koffie en het
gebak met slagroom stonden klaar. Wan
neer Hollandse emigranten aanschoven,
dan ging het gesprek over de belevenis
sen uit vroeger jaren en over de oorlog.
Vooral de oudste kinderen vonden dit
hoogst interessant.
Er was niet veel te doen voor de jeugd
tot 16 jaar. Geen jeugdbeweging zoals in
Waarland en van sport hielden de meeste
kinderen van Jonker niet. De afstanden
waren groot en daarom trok de oudere
jeugd met auto’s eropuit naar het strand,
naar Melbourne of een dansgelegenheid.
Toen moeder Jaantje na het huwelijk van
haar dochter Thea met Jack Pater in 1970
weer terugkwam in Monbulk en ervaren
had hoe het in Holland was, ging haar
heimwee niet weg. Twee jaar daarna be
zocht ze samen met haar man de familie
in Canada en in 1976 gingen ze naar
Waarland. Na dit laatste bezoek, vond
ze het wel goed zo. Maar haar heimwee
bleef aan haar knagen.
Hun laatste woning stond aan de rand van
Monbulk op een plek met veel privacy.
Want ze hielden van ruimte om zich
heen. Vakantiereizen deden ze pas toen
de meeste kinderen getrouwd waren.
Ze bleven in Australië en tijdens deze
reisjes bezochten ze hun kinderen. Na
het pensioen van Joop hebben ze niet
lang samen kunnen genieten. Jaantje van
der Fluit overleed in 1986, Joop kreeg
een nieuwe partner, hij verhuisde naar
Queensland en overleed daar in 2001.
Was hun emigratie een succes? Eigenlijk
is deze vraag niet te beantwoorden.
Hun dochter Ria: In het begin werd elke
penny omgedraaid, maar gelukkig ging
het elk jaar wat beter. Ik las laatst in een
artikel dat één op de drie gezinnen naar
het land van herkomst teruggekeerd is.
Dat verbaasde me... Verschillende van
ons zijn op bezoek geweest bij familie in
Waarland, maar niemand heeft de intentie
gehad om definitief naar Holland terug te
gaan. Wij voelen ons thuis in Australia.
De tweede, derde generatie
Op de Hollandse dagen in Melbourne
ontmoetten de emigranten elkaar en
’s avonds speelde er als afsluiting een
dansorkest. Joop Jonker had een aparte
aan het eind van de dag weer thuis kwam,
liet ze weinig merken van haar heimwee
en verdriet. De grote stap was genomen
en na een korte tijd teruggaan naar Hol
land was finan
cieel niet op
te brengen. En
waarschijnlijk
speelde ook in
hun achterhoofd
dat ze dan als
mislukkingen
werden be
schouwd. Joop
Jonker had in
1964 een job
naar z’n zin,
Jaantje werkte
een paar dagen
per week in de
huishouding en de oudste kinderen had
den ook baantjes. Financieel werd het
toen mogelijk om hun eerste huis te
kopen. Het was eveneens wennen aan
het klimaat, vooral aan de hete zomers.
Waar men in dit deel van Australië ook
bang voor was, waren de bosbranden.
De eerste die de familie Jonker in
Monbulk meemaakte, was in 1963. Aan
alle bewoners werd toen verzocht hun
huizen te verlaten en ze moesten zich
verzamelen op het voetbalveld. Gelukkig
kon de brandweer het vuur tijdig blussen
en na een dag kon iedereen weer veilig
naar huis.
De meeste Australiërs in de omgeving van
Monbulk hadden respect gekregen voor
de manier waarop de Hollanders zich aan
pasten aan hun nieuwe levenswijze. Toch
wilden Joop en Jaantje, vooral de eerste
jaren, hun afkomst niet verloochenen.
BY AIRMAIL
PAR AVION