21
De foto is genomen
in 1970.
Vlnr achter: Vader, Jan,
Gerard, Nico, moeder.
Voor: Sjanie, Lida, Rob,
Thea, Ria.
Handig, dat was Joop Jonker. Ria herin
nert zich nog dat haar vader in Waarland
van drie oude kinderfietsen er twee knap
pe maakte. Zijn eerste auto kocht Joop in
1962 en dat was in Monbulk. Het was een
oude Vauxhall met een linnen kap. Omdat
het linnen gescheurd was, verving hij de
kap door een nieuwe van plaatijzer. Van
de motor had hij niet veel sjoege. Want
de auto deed het ’s morgens vaak niet en
dan moesten de jongens hun bed uit om te
duwen. De eerste maand had Joop Jonker
nog geen rijbewijs. Om die te krijgen,
reed hij met zijn auto en een kist aardap
pelen naar het politiebureau. Ben je hier
alleen gekomen?, vroeg de agent. Ja en
als je me een rijbewijs geef, dan krijg
jij die kist met piepers van me, was zijn
antwoord. Hij moest een stukje rijden en
kreeg zijn rijbewijs. En dan m’n moeder,
niet zelf, maar ze werden geleverd door
een kweker even verderop.
In de omgeving waren veel bollentelers
en om wat bij te verdienen maakte Joop
Jonker bollenkistjes. Dit deed hij in de
kelder van zijn huis. Een lucratieve han
del, want die kistjes leverden aardig wat
geld op. Joop had ontslag genomen bij
het waterleidingbedrijf en ging werken bij
Van Berkel, een bollenkweker. De tulpen
en de gladiolen werden op een bepaalde
afstand van elkaar op rijen en bedden ge
zet. Met de hand was dit een tijdrovende
klus. Jonker had, toen hij in Waarland
woonde, al machinaal geplant en waarom
in Australië nog niet? Hij maakte toen een
plantmachine voor bollen, waardoor het
werk veel sneller en beter ging.
Heimwee
Herinneringen zijn vaak selectief. De een
weet nog vrij nauwkeurig hoe een bepaal
de gebeurtenis plaatsvond en een ander
weet daarover bijna niets te vertellen. Zo
is het ook bij de familie Jonker gegaan.
Moeder had heel veel heimwee; daar
heeft Ria waarschijnlijk niet veel van
gemerkt. Terwijl haar zus Lida zich wel
herinnert dat haar moeder de laatste we
ken voor het vertrek naar Australië heel
veel huilde. En de familie in Waarland
weet, dat zij veel tranen gelaten heeft en
tot God gebeden heeft om maar terug te
mogen keren, maar wel met haar hele ge
zin. Een algemeen beeld van een gezin in
de jaren vijftig op het platteland was: de
man, als het hoofd van het gezin, bracht
het geld in het laatje en de vrouw hield
zich bezig met de kinderen en het huis
houden. In Waarland vormde de familie
Jonker hierop geen uitzondering, maar in
Australië waren de levensomstandighe
den voor de emigranten toch heel anders.
In de vele brieven die Ria aan Elly Stoop
stuurde, schreef ze hoofdzakelijk over
haar eigen dagelijkse leven. Een paar
keer vertelde ze iets over haar moeder;
bijvoorbeeld dat ze overgordijnen had
gemaakt of een tweedehands stofzuiger
had gekocht. Verder dat ze veel kleren
naaide en dat ze twee dagen in de week
buurvrouw Van Berkel hielp, toen die
ziek was. Ook dat haar moeder een tijdje
in een jamfabriek werkte. Dit was bittere
noodzaak, want het loon van haar vader
was niet genoeg om het gezin te kunnen
onderhouden.
In de brief van 2 februari 1961: Ik heb
nog een nachtjapon en een vest voor mam
voor het ziekenhuis gemaakt. Waarom?
Dat vermeldt ze niet. In maart, drie jaar
later, schrijft ze over haar jongste broertje
Robbie die pas drie jaar is geworden.
vertelt Ria, zij reed drie jaar zonder rij
bewijs. Tot de dag waarop een buurvrouw
tegen haar zei: ’Als je niet binnen drie
weken op les gaat, dan meld ik je aan.
En toen is moeder toch gaan lessen.’
Ze weet ook nog: Dad had in begin jaren
zeventig een plantmachine voor aardbei-
stekken gemaakt. Ik kan niet meer precies
vertellen hoe dat apparaat werkte, maar
iemand moest op een fiets gaan zitten en
trappen en verder Later is deze uitvin
ding van Dad verkocht aan een bedrijf in
Queensland.