10
Leidsters van de
St. Jansknapen.
Vlnr: Marie Bruin,
Marie Zutt, Guurt Bakker,
Nel Bruin,
Jans Bakker,
Door Roozendaal.
jeugd. Door de komst van een kapelaan
in de parochie kon er daadwerkelijk iets
aan gedaan worden. Een grote rol hierbij
speelde de eerste kapelaan, Th. van der
Heijden. Na zijn komst in 1938 ging het
met deze jeugdclubs van een leien dakje.
In de beschrijving van de geschiedenis
van de parochie Sint Wulfram staat de
bloei van de jeugdbeweging in die tijd
met trots vermeld met daarbij ook de
tekortkomingen. Zo had het kerkbestuur
wel terreinen om te spelen maar geen
eigen lokaal. Ook was er nog geen gezel
lenvereniging, een ontspanningsclub voor
de oudere jeugd. In 1940 werd daarom
aan het bisdom Haarlem geschreven:
Wij hebben 150 jongens in de Kruisvaart
en St. Jansknapen. Zij komen bijeen in
een café bij gebrek aan een jeugdhuis.
Wij moeten nodig gezellen oprichten.
Het gemis aan ruimte houdt ons tegen.
Opvallend is dat de meisjes helemaal
niet ter sprake kwamen. Voor hen was
er alleen de Mariacongregatie: een
wekelijkse bijeenkomst na de lagere
schooltijd met vooral geloofsonderricht.
De oorlog maakte een einde aan de Sint
Michiels- en St. Jansknapen. In 1942
werden de jeugdbewegingen in opdracht
van de Duitse bezetter opgeheven. Na
de bevrijding in 1945 was er geen her
oprichting maar ontstond de Katholieke
Jeugdbeweging.
De start
Hoe waren de beginjaren van de Sint
Jansknapen? In de aantekeningen van
Piet Zuijdam is een complete ledenlijst
met de namen van de leidsters: Guurt
Bakker, Marie Zutt, Jans Bakker, Nel
Bruin, Dora Roozendaal en Marie Bruin.
Van de leidsters van toen weet mevrouw
Nel Boekel-Bruin nog hoe het begon:
Het kwam eigenlijk uit het niets tevoor
schijn. In een vergadering, waar de
kapelaan bij was, kwam naar voren om
iets voor de jeugd te doen. Kapelaan Van
der Heijden wou er wel mee beginnen en
die heeft het toen opgezet. Hij heeft
Marie Zutt, Guurt Bakker, Jans Bakker
en mij bij elkaar geroepen. Eén keer
in de week was er vergadering met de
kapelaan. In zijn kamer in de pastorie,
op de eerste verdieping, boven rechts.
Later werd dat één keer in de twee weken.
Marie Zutt had zo’n beetje de leiding
van de groep leidsters.
Een Sint Jansknaap van het eerste uur
was Gerard Zutt. Hij vertelt over de re
latie van de jeugdbeweging met de kerk:
Kapelaan Van der Heijden was ermee
bezig. Hij had een ronde volle kop en
was een prima vent. Ik moest ernaar toe
want mijn zus Marie was er leidster en
mijn oudste broer Jan, later dirigent
van het zangkoor, was leider bij de Sint
Michielsknapen. Dat was voor de jeugd
van vijftien'a zestien jaar. Ik zat in de
groep van de leidsters Jans Bakker, de
dochter van Piet Bakker en Neeltje Por-
tegijs, en Guurtje Bakker, de dochter
van Cees Bakker van de Wup. Dat was
de oudste groep. Dan kwam er een jon
gere groep met de leidsters Nel Bruin en
Marie Zutt. Dat was de tweede groep.
De jongste groep had als leidsters Marie
Bruin, later getrouwd met Paul Oude-
man, en Annie Kramer, die na enige tijd
geëmigreerd is naar Canada.
Jan Zutt weet nog: Van der Heijden kwam
uit Rotterdam. Het bisdom Haarlem
omvatte toen ook Zuid-Holland en een
deel van Zeeland. Deze kapelaan kwam
hier als neomist. Hij is hier zo’n ander-
halfjaar geweest. Toen hij wegging werd
dat enorm betreurd. Maar zijn opvolger,
kapelaan Vriesekoop, deed het ook
weer goed.
Vanuit de kerk
Zoals gezegd: de verbondenheid met
de kerk was groot. De parochie was de
bakermat van de jeugdbeweging. Het
kerkbestuur en de pastoor zorgden ervoor
dat die band bleef bestaan. Zo staat er
in het logboek: Eerste Kerstdag, na de