Wij ontvingen van
Gevonden
Jan Houtenbos en Piet Kleverlaan.
33
Vlnr boven: Neeltje Bruin, Jan Jaspers, Immetje Jong met kind, Jan Bruin,
Anne Bruin, Antje Roozendaal, Jo Jaspers, Piet Bruin, Jantje Kooij,
Aaltje Bruin, Siem Jaspers, Jan van Schagen, Trijn Stoop-Weel.
Voor: neefjes en nichtjes van het bruidspaar.
In deze vaste rubriek laten we u regelmatig weten welke archiefstukken, familiegegevens, foto’s, e.d. onze stichting
ontvangen heeft. Deze keer geen lijstje hiervan, maar de reacties op de foto op pagina 17 van Toendertoid 42.
Mevrouw Riet Goudsblom-Jaspers vertelt ons: De foto is gemaakt bij het huwelijk van mijn ouders Jo Jaspers en
Anne Bruin. Naast m’n moeder, opoe Bruin,
m’n vader, opa Bruin, opoe Jaspers, tante Aaltje
Bruin, dan opa Siemen Jaspers en daarachter
Jan van Schagen, de man van Aaltje Bruin.
De kinderen zijn neefjes en nichtjes van het
bruidspaar.
Een tweede reactie ontvingen we van mevrouw
El Pronk-Stoop: De vrouw helemaal rechts is
mijn opoe Trijn Stoop-Weel. Ze was vanaf 1920
weduwe en had een café en kruidenierswinkel
tegenover de kerk. Op die dag zorgde zij samen
met de vrouw naast haar voor de catering.
Het huwelijk voor de Burgerlijke Stand vond
plaats op 20 augustus 1929 en een dag later
werd aan hen het Sacrament van het Huwelijk
toegediend. In het Liber Matrimoniorum van de
Ecclesiae Paroecialis Sancti Wulfranni lezen
we dat Simon Jaspers en Petrus Bruin getuigen
waren bij dit kerkelijk huwelijk. De foto zal
dan ook genomen zijn op 21 augustus 1929.
In augustus 2013 kregen we van Siem Houtman twee stukjes vuursteen en een loden kogeltje. Hij vertelde: Ongeveer
zestig jaar geleden heb ik deze gevonden op een akker van m’n vader in de Koetenburg. Nu is daar een terrein voor
modelvliegtuigjes en een waterberging. Ik denk dat die stukjes vuursteen huidkrabbers zijn.
Om zekerheid hierover te krijgen, hebben we contact gezocht met John van Lunsen en Frans Diederik, deskundigen
op het gebied van archeologie in onze omgeving. Ze lieten ons weten dat het een bijzondere vondst was: namelijk
vuurketsen uit de invasie-oorlog in 1799. Er zijn er slechts enkelen in de kop van Noord-Holland gevonden. Dit komt
omdat er waarschijnlijk weinig zijn achtergelaten en dat men ze alleen kan vinden op omgeploegde akkers.
Een vuurkets of flint werd gebruikt bij een musketgeweer. Om te kunnen schieten moest het kruit worden ontstoken. Wat
aanvankelijk met een lont gedaan werd, gebeurde vanaf
rond 1700 met een vuurkets. Bij het overhalen van de
haan ketste de flint tegen het deksel van de pan, waarin
het kruit zat. De vonk kwam dan in aanraking met het
buskruit en zo ontstond er een explosie waardoor de
loden musketkogel uit de loop geschoten werd.
We kunnen bijna met zekerheid aannemen dat deze
twee vuurketsen gebruikt werden voor musketgeweren
van Engelse soldaten en met het loden kogeltje een
herinnering zijn aan de vergeten oorlog. Een oorlog,
waarin Engelse en Russische soldaten een einde
moesten maken aan de Franse hegemonie in Europa.
s