Qty* - - EFl 7 Luchtfoto van het klooster De Berckt in Baarlo, Noord-Limburg. Tegenwoordig een luxueus complex voor groepsaccommodaties. Foto beschikbaar gesteld door de historische vereniging De Borcht. In priesterkleren Begin augustus 1943 werd het klooster Brakkenstein in Nijmegen, het onder duikadres van Piet Bakker, door de Duitsers gevorderd. Paters en broeders vertrokken met de trein naar Baarlo, vlakbij Venlo. Geestelijken konden zich immers vrij bewegen, omdat ze vrijgesteld waren van tewerkstelling. Piet reisde mee in priesterkleren. Zijn dos haar in de hoed gepropt. Vanaf het moment van aankomst in klooster De Berckt behoorde hij tot de broeder- postulanten, die, zoals de kloosterlijke regel voorschreef, gewoon in hun burgerpakje tussen de kloosterlingen rondliepen gedurende de periode van maanden voorbereiding op het noviciaat. Voordat Piet Bakker in Baarlo onderdak vond, was hij er al eens geweest. Samen met vader, moeder, broers en zusters, toen zijn broer Jan tot priester werd gewijd. Op zondag 18 februari 1940 had hij daar gestaan, in de grote hal van De Berckt, in een eerbiedige kring van priesters, kloosterlingen en familieleden, samen met de bisschop van Roermond, die als eerste de pasgewijde handen van de drie neomisten kuste. Daarna zegen de hij de Nieuwgewijden, hun Vader, Moeder, Broers en Zusters en andere familieleden. In stille en heilige schroom zagen de anderen toe... Zo lezen we in het verslag van deze priesterwijding in het blad God met Ons, april 1940. Opgepakt Van dichtbij zagen de kloosterlingen van De Berckt hoe in mei 1943 tal van jonge mannen onderdoken in de bossen en boerderijen. Niet alleen daar maar Het begon met een buurman, Graad Dirkx, ’n patente kerel, boer en geen boer, theoretisch en praktisch terdege onderlegd: een jonge ongehuwde man, die zo’n beetje de vraagbaak van het dorp was en ook overal weg mee wist. Dirkx werd voor Govaert degene, die onderduikers op hun veilige plek bracht, in de bossen van de gemeente Helden, in kleine kampjes en ook in een wat groter kampement voor oud-militairen, min of meer partizanen. Soms ook plaatste hij mensen als knechten bij boeren. Begin juli 1943 ging het fout. Niet alleen Graad werd gearresteerd, maar ook één van de zgn. boerenknechten. Deze liet bij zijn verhoor de naam van Govaert los. Verder onderzoek leidde ertoe, dat op zaterdag 14 augustus de overvalwagens arriveerden bij het klooster en zestig Grüne polizeimannen binnenvielen. Govaert zelf was op die dag in een zusterklooster in het Brabantse Beugen bij Boxmeer, waar hij een retraite gaf. Ze zochten hem niet alleen, maar ook een aantal onderduikers. De overste, pater Kockx, werd ter verantwoording geroepen. Waar is pater Govaert? Hij antwoordde: Ik weet het niet. Hij is al een dag of acht de deur uit. De Duitser: Wat!! ’n Overste zou niet weten, waar een van zijn kloosterlingen is! Daar stellen wij u aansprakelijk voor! En het klooster zal er voor boeten! Jullie worden er allemaal uitgegooid!, bulderde SD-hoofd Nitsch de overste in het gezicht. Bij elkaar stonden een man of zeventig in de eetzaal bijeen gedreven. Ook zij werden aan verhoren onderworpen. Met hun persoonsbewijs in de hand: paters, fraters, broeders en postulanten. Vooral de postulanten moeten hem hebben geknepen. In alle hoeken en gaten werd gezocht naar distributiebonnen als verdenkings- materiaal. Deze werden ook gevonden. Blijkbaar waren de SD-ers toch wel in heel Noord-Limburg wemelde het van de onderduikers. Op het helpen van onderduikers stond een maximum van één jaar gevangenisstraf. Er zal wel geen geestelijke in het land zijn, die een of andere openbare functie bekleedt, of hij heeft te doen gehad met onderduikers, schrijft pater Jos Govaert naar aanleiding van zijn ervaringen, toen ook De Berckt hierin verwikkeld raakte.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2013 | | pagina 7