1 i I i n /f 21 Lies Groen schreef in 1935 een kaart aan haar zus Jans. Ik speelde graag met die pannen en pro beerde hiermee visjes op te scheppen. Er zwommen hele scholen met kleine visjes. t Water was glashelder en ongeveer een meter diep. We konden niet zwemmen en mochten van opoe nooit te ver over de rand heen hangen, want er kon een bul lebak langs komen en die zou je pakken. Er was een boomgaard waar altijd ap pels en peren te vinden waren en ook een boetje voor z’n honderd kippen. Maar die liepen meestal los op ’t erf. En als wij daar dan waren, raapten we de mooiste veren op en mochten die mee naar huis nemen. Verder was er een moestuin met rietmatten eromheen, dit was vanwege de kippen. Met opa mochten we mee om de koeien op te halen voor het melken. Ik was toen nog maar een jongetje van vijf jaar, wat waren die koeien in mijn ogen groot! De hond werd gebruikt om de melkbussen naar de weg te brengen. De rest van de dag lag hij aan de ketting. Met verjaardagen lagen we in de bedstee en keken stiekem door de deurtjes. De kamer stond vol met blauwe rook. Ze dronken een borrel, dan kwamen de grote verhalen waar ik niets van begreep. Op vijf december mochten we altijd stoeltje zetten, dat was prachtig. In mei 1948 werd opa ziek. Dat is hij ongeveer veertien dagen geweest. Ik weet nog dat opoe toen elke middag om drie uur een kopje thee bij hem op bed bracht. Hij stierf op 66-jarige leeftijd. Ik was toen zeven jaar. Wat de oorzaak van zijn dood was, is ons nooit verteld. We moch ten wel naar de begrafenis, wat voor ons een hele belevenis was. Een zwarte koets getrokken door een zwart paard met een zwart masker met pluimen en over de kist lagen zwarte kleden. De kist Gesloopt en gebleven Ook het Roodpannenhuis is verdwe nen. In 1965 vroeg de familie Zut een sloopvergunning aan. Ze kreeg deze met daarbij een premie voor krotopruiming. En met deze financiële meevaller kon Jan Keet een nieuwe woning voor hen bou wen. Het huis wordt nu bewoond door de familie Nijssen-Kraakman. Het adres is niet langer Westkade, ook niet Roodpan- nenhuisweg, maar Bleekmeerweg 7. werd achter in de kerk gezet. Ik vond het een angstig gezicht. Jan schrijft verder hoe het met zijn grootmoeder is gegaan. Opoe heeft nog een halfjaar in ’t Hol ge woond en toen is de boer derij aan Jan Beemster- boer verkocht. Opoe ging als huishoudster naar de familie Schouten aan de Zandweg in Zijdewind. Daar is ze twintig jaar ge weest. In 1969 is ze gelijk met Willem Schouten naar het nieuwe Sabinahof verhuisd. Acht jaar later overleed ze op 87-jarige leeftijd. Ik heb het huis van de familie Schouten gekocht, gesloopt en daarna een nieuwe woning erop gezet. M’n moeder heeft ooit een ansichtkaart gekregen met alleen als adres: Jansje Groen, Waarland, ’t Hol. En de kaart werd keurig door de post thuis bezorgd. Het einde van de Akerendam kwam op 15 augustus 1964, toen brandde deze stolp tot de grond toe af. Jan Groen en I Griet Hoedjes. :NCt GELUK- :grammen >5» 1 z ssi' iT"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2013 | | pagina 21