7
Bellemeisje Truus Bruin.
Foto uit 1941.
in zijn doen en laten. Op een dag kwam
hij thuis, zijn toog zat onder de prut.
Hij vertelde dat hij zomaar van de fiets
was gevallen. Verder nam hij tijdens het
mislezen wel eens wat rust en ging dan
weer verder.
Er waren vaste regels op de pastorie.
Eén vrije middag in de week en die was
op zondag. Maar ik moest wel, voordat
ik naar huis ging, het muntgeld van de
collecte apart afgeteld in rolletjes doen.
Dit werkje moest af en dan gebeurde
het weleens dat ik te laat thuis voor het
warm eten kwam. Mijn moeder vond dat
helemaal niet leuk. ’s Avonds moest ik
voor negen uur weer in de pastorie zijn.
Eind augustus kwam kapelaan Van
der Heijden. Hij had een opgewekte
natuur en bracht wat meer reuring in
de pastorie. Vaak was hij ’s avonds weg,
want hij was nauw betrokken bij de
jeugdbeweging in Waarland.
En verder
Tijdens ons gesprek met Truus kwam
ook haar familie ter sprake. Zij vertelde
dat haar vader hard werkte en dat haar
moeder altijd heel bezorgd was. Verder
werd er in de crisisjaren weinig of niets
verdiend en vaak had haar vader ook nog
tegenslag. Het was toen een andere tijd
dan nu. Praten over gevoelens ging men
vaak uit de weg. Deze ervaring had ik
ook op de pastorie. Half oktober kreeg
mijn vader lichamelijke klachten. Ik
herinner me dat hij op de fiets naar het
ziekenhuis in Alkmaar is gegaan. Wat
de uitslag was, vertelden mijn ouders
niet. Ik voelde wel aan dat het niet goed
ging met vader. De pastoor zal dit zeker
geweten hebben. Met mij sprak hij
daar niet over, zo ging dat in die tijd.
Mijn vader overleed kort daarna op
31 oktober 1939. Hij was toen slechts
52 jaar oud. Mijn oudste broer Jan, toen
19 jaar, moest het bedrijf voortzetten en
dat in een tijd dat er meer schulden dan
bezittingen waren. Ook na het overlijden
van mijn vader, heeft Vollering nooit
gevraagd hoe het met mij ging. Maar
toen mijn broer mij nodig had op de
akker, kon ik zonder verdere uitleg vrij
krijgen.
In het voorjaar van 1939 werd pastoor
Vollering door een beroerte getroffen.
Hij kon bijna niets meer en bleef op bed
in zijn kamer boven. Tonia bracht eten
en verpleegde hem. In die tijd kwam ook
Loop der bevolking
Ingekomen personen: Theodorus Ph. van
der Heijden, van Warmond naar Waarland
D 27, Johannes Wester, van St.Michelsges-
tel naar Slootgaard C 79, Cornelia Zwager
man, van Castricum naar Waarland D 59,
Elisabeth Jongkind van Bergen naar Waar
land D 50.
Luus Nieuwboer
werd als bellemeisje
opgevolgd door Truus
Bruin. Zij was de
tweede dochter van
Piet Bruin en Betje
Blokdijk, die aan de
Kerkweg woonden.
Op deze plek staat
nu de woning van
Kerkstraat 73. Het
gezin Bruin telde nog drie kinderen:
Jan, Riet en Adriaan. Ook Truus haalt
herinneringen op uit die tijd:
Toen Luus Nieuwboer zestien jaar werd,
mocht ze niet meer als bellemeisje op
de pastorie blijven. Een regel die was
ingesteld door de bisschop. Toen ik
kwam, was kapelaan Van der Heijden
er nog niet. Het is in het voorjaar van
1938 geweest, toen pastoor bij ons
binnenstapte en aan mijn moeder vroeg
of ik op de pastorie wilde helpen. Mijn
moeder vond het een eer, twijfelde
geen moment en toen ik thuiskwam
van de naaischool, hoorde ik dat ik de
opvolgster van Luus zou worden. Ik werd
in augustus van dat jaar vijftien. Mijn
slaapkamertje was op de zolder van
de pastorie. Het geld dat ik verdiende,
een gulden per dag, moest ik wel thuis
afgeven. Het werk was heel plezierig.
Niet alleen de bezoekers te woord staan,
maar ook het werk in de kerk en in de
pastorie. Vooral het feestelijk dekken
van de tafel, keurig met een tafelkleed,
verschillende borden,
bestek en messenleggers.
En daarna het opdienen
van het driegangendiner.
Eerst kregen de pastoor
en zijn gasten soep,
daarna een flink stuk
vlees of vis en als toetje:
pudding met bessensap.
Ook herinner ik me dat
we geregeld samen, de
pastoor, de huishoudster
Tonia en ik, koffie of thee
dronken met wat lekkers
erbij. Met Tonia kon ik
goed overweg en ook
pastoor Vollering vond ik
een aardige man. Hij was
vriendelijk en had geen
opmerkingen over mijn
werk. Wel merkte ik dat
hij steeds onzekerder werd
I Uit de Schager Courant
I van 7 oktober 1938.