WEG VAN DE PASTOOR (III)
Piet Kleverlaan
6
In deze aflevering van Weg van de pastoor leest u onder meer
over de laatste jaren van pastoor J.J. Vollering. Na een ziekbed
van enkele maanden overleed op 12 augustus 1939 de eerste
pastoor van Waarland. In vol ornaat werd hij opgebaard en
namen de parochianen op respectvolle wijze afscheid van hem.
De afwikkeling van zijn testament zorgde nog voor enige
opwinding. Verder haalt Truus Droog-Bruin herinneringen
op aan haar betrekking als bellemeisje op de pastorie.
Kapelaan Van der
Heijden werd benoemd
in Waarland op
28 augustus 1938 en
hij vertrok op 1 januari
1940 naar Hillegom.
Truus Droog-Bruin vertelt
In de vorige aflevering Weg van de
pastoor (II) vertelde Luus Meijer-
Nieuwboer over haar herinneringen
als bellemeisje op de pastorie.
Ze liet ons weten, hoe zij pastoor
Vollering in zijn doen en laten op de
pastorie heeft meegemaakt. Een
verhaal met herinneringen van
driekwart eeuw geleden.
Nieuwe verenigingen
Tijdens het pastoraat van Vollering
zijn er diverse verenigingen opgericht.
In bijna alle gevallen was Vollering
de initiatiefnemer. Toen kapelaan
Van der Heijden kwam, werd hij de
aangewezen persoon om deze taak over
te nemen. Zoals bij het Gele-Kruis, de
jeugdvereniging en de damclub.
Bij de oprichtingsvergadering van deze
laatste vereniging in oktober 1938 kwam
een veertigtal personen in De Tortelduif
van W. Dekker bijeen. De nieuwe kape
laan leidde de bijeenkomst, waarin o.a.
de naam Perseverantia (de Volharding)
werd bedacht en G. Borst Jz. als
voorzitter werd gekozen. Zelf is de
kapelaan geen fanatieke dammer
geweest, want in de krantenberichten
met de uitslagen van de wedstrijden
komt zijn naam geen enkele keer voor.
Vanaf zijn komst in 1918 had pastoor
Vollering zich volledig ingezet voor de
kerk, de school en het verenigingsleven.
Maar rond zijn zestigste werd zijn
betrokkenheid beduidend minder.
Zijn gezondheid ging achteruit en het
parochiewerk viel hem steeds zwaarder.
Toen hij er zeker van was dat er weer
genoeg geld binnenkwam, verzocht
hij om een kapelaan als assistent.
Het kerkbestuur nam contact op met
de bisschop en het verzoek werd
ingewilligd. Op 28 augustus 1938
kreeg Theodorus van der Heijden
zijn benoeming tot kapelaan van de
St. Wulframparochie in Waarland.
e crisis van de jaren
dertig van de vorige
eeuw had haar weerslag
op de gehele economie.
Financieel was het dan
ook een heel moeilijke
tijd. Het kerkbestuur
van Waarland merkte
dit aan haar inkomsten.
De pacht van het ver
huurde land werd niet
of slechts gedeeltelijk
betaald en de collectes,
misintenties en giften
brachten veel minder op
dan in de jaren daarvoor.
Zoeken naar oplossingen
Deze financiële tegen
vallers baarden pastoor
Vollering grote zorgen.
Als voorzitter van het
kerkbestuur was hij altijd de man, die
naar oplossingen zocht. Hij stelde voor
om een stuk land en de voormalige boer-
derijkerk te verkopen. Uit die opbrengst
zouden voorlopig de jaarlijkse rente en
aflossing kunnen worden betaald. Deze
oplossing viel ook bij het bisdom in
goede aarde. Het land en de boerderij
brachten ruim f7.500,- op en hierdoor
was de parochie voorlopig uit haar
geldzorgen. Toen de crisis over haar
dieptepunt heen was, ging het weer
beter met tuinbouw. Mede hierdoor
kreeg ook het kerkbestuur weer meer
financiële armslag.
„„/Ti