BERICHTEN UIT DE KUIL
Jan Houtenbos
Trientje Ruiter.
34
In deze laatste aflevering vertelt Trientje voor het eerst wat meer
over de oorlog. Bijna elke nacht hoort ze vliegmachiens en in de
nacht van 26 juni 1943 is het zware geronk van twaalf uur tot
vijf over half één niet van de lucht. Verder schrijft ze over haar
dagelijks beslommeringen aan de kaai en over haar broer Siem,
die aan het bestuur van ADO Den Haag om een foto vraagt.
Dit omdat het elftal landskampioen was geworden.
19 juni Wegens ziekte en erge zware
hoofdpijn zou ik niet veel schrijven. Het
heb vanmorgen bijna de hele morgen
geregend. Nadat Moeder vanmorgen de
kamer gedaan had, is zij gaan naaien.
Een overhemd voor Frans moest ze
maken. Arie is vanmorgen naar de Krik
gegaan, maar hij heb toch geen laken
voor mij meegenomen, wat mij wel
speet hoor. Wel heb ik 5 sigaren van hem
gekregen, dus mijn schrijven is laatst niet
vruchteloos geweest.
20 juni Zondag Toen ik vanmorgen
wakker werd, voelde ik mij weer lang niet
goed. Nadat Moe mij geholpen heeft, ben
ik eerst gaan broodeten. De Heilige Mis
op mijn ziekbed gebeden. Toen, kwart
voor elf, ben ik zoo’n beetje in slaap
gevallen en om 12 uur maakten ze me
wakker en toen was ik weer erg ziek.
De tranen vielen rijkelijk over mijn
wangen. Toch heb ik lekker gegeten.
Eerst soep en toen aardappelen met
bloemkool en gehak. Ook Oome Jan had
lekker gegeten, zei hij. Die was gisteren
met Arie meegekomen. Ze moesten in
Uitgeest wel m uur wachten, want die
trein was weer gebombardeerd. Wat toch
een akelige wereld opheden. Gisteren zijn
hier wel ongeveer veertien jongens naar
Duitsland vertrokken. Vanmiddag is
M. Frederiks met haar vriendinnetje nog
bij me geweest.
21 juni Vanmorgen werd ik weer erg
ziek wakker. Eerst gegeten en toen ben
ik kalm aan het bidden gegaan. Daar was
ik net aan bezig toen ik Docter hoorde
aankomen met zijn moterfiets. Hij keek
eerst mijn ziekenkerkboek na en toen het
boek van de H. Franciscus. Twee keer
voelde hij m’n pols en ik zei dat ik nu
elke dag koorts had. Ook heb ik nog
even gehuild. Dat kwam zo. Ik vroeg
hoe lang dit nog kon duren en toen hij
zeide van twee maanden, toen begon ik
zomaar te huilen. Maar gelukkig zei hij
later van misschien nog een weekje.
Dus dat veranderde voor me. Toen
heb hij nog een paar woordjes gezegd,
17 juni 1943 10 over half 7 werd
ik wakker en ben Jantje gaan
roepen. Na broodeten ben ik gaan
bidden, even later kwastjes uit een
dressoirloper gehaald. Jantje en
Frans gingen vanmiddag naar de
stad, want Frans wil op de foto.
Ik ben bang dat hij gauw naar
Duitsland moet, arme jongens
zo ver van huis. Even over half 12
kwam Dr. Schreuder bij me.
Hij vertelde dat ik griep en
malariakoorts had, dus ik moet
nog weer in bed blijven. Ik krijg
pillen, misschien wordt het dan wel weer
gauw beter. Ik hoop van wel, want mijn
gasten en logeren schiet zo ook niet erg
op. Na de middag heb ik geslapen en werd
toen wakker van Keet die bij ons aan
het timmeren was. Toen heb ik naar het
zieken halfuurtje geluisterd dat erg mooi
was. Toen m’n boek uitgelezen en toen
ben ik naar de Zusters van Langedijk gaan
schrijven en nu naar Joop Veldman, die
ook weer ziek is.
18 juni Vandaag niet veel zin om te
schrijven, want ik ben zo naar ziek
geweest. Ik had een prachtig boek te lezen
van Trien Dignum: Het geheim van de
zee. Het was prachtig mooi en heb het
bijna uitgelezen: 287 bladzijden. Siem
zat vanavond bij me te schrijven naar het
bestuur van ADO- Den Haag om een foto.
Ik hoop dat hij er één krijgt, want hij wil er
zo graag een hebben. Trien Stoop en Truus
Bruin zijn vanmiddag niet bij me geweest,
wat me wel speet. Maar nu komen ze
volgende week wel, zei Gerrit gisteren.