Spanbroek, augustus 2012.
31
Gezinsfoto rond 1955.
Vl.n.r. achter: Wim, Kees,
Corrie, haar man Gert
Ursem, Gerard, Tiny, Ria.
Midden: Siem, vader,
Niek, Ton, moeder, Peter.
Voor: Willy, Lida.
beloven aan de rooms-katholieke kerk.
Jullie doen dat uit geheel vrije wil en God
is jullie getuige. Ik denk dat ik op dat
moment niet zo erg in de stemming was,
want ik dacht: Hij zegt: Uit geheel vrije
wil. Maar als er nou eens iemand zegt:
Nee, ik doe niet mee. Dan moet je eens zien
wat er met hem gebeurt. En God is jullie
getuige. Ook dat nog en wat als ik later
Ik haakte af en hield tijdens het opzeggen
van de Doopbeloften mijn kiezen stijf op
elkaar. Ik heb niets beloofd. Ik durfde het
na afloop niet tegen mijn ouders te zeggen,
dat vond ik flink vervelend en dat gaf
me die dag een dubbel gevoel. Maar ik
vond dat ik naar God toe de zaak goed
geregeld had.
Weinig katholieken hadden toen een
kerstboom. Eind jaren vijftig veranderde
dat. Steeds meer katholieken namen naast
de stal een kerstboom. Mijn moeder wilde
dat aanvankelijk helemaal niet, zij vond
de kerstboom een heidens gebruik. Maar
uiteindelijk zwichtte ze en kwam er ook
bij ons een prachtige boom.
Drie missen achter elkaar
Het mooiste kerkelijke feest is voor mij
nog steeds Kerstmis. In mijn jeugd was
Kerstmis soberder, minder glitter en
glimmer. De commercie had toen nog
weinig invloed op het feest van de
geboorte van Christus. De eerste jaren
hadden wij thuis geen kerststal. Na de
oorlog kwam er na lang aandringen van
ons toch een kerstgroep. De kerststal
werd bij ons en volgens mij bij iedereen
op 24 december neergezet en daags na
Driekoningen opgeruimd.
Eerste kerstdag ’s morgens rond een uur
of vijf was de nachtmis. Bij deze mis was
de kerk bomvol. Het wonderlijke was
dat er eigenlijk drie misvieringen achter
elkaar gedaan werden. De eerste mis met
gregoriaans gezang duurde het langst.
Daarna las de pastoor de dageraadsmis
en de dagmis. Ondertussen reikte de
kapelaan de communie uit. Tijdens deze
laatste twee missen werden door het koor
kerstliedjes gezongen. Alles bij elkaar
duurde zo’n viering ruim twee uur. We
kwamen dan tegen acht uur thuis. Daar
wachtte ons het kerstontbijt: een paar
sneetjes wit brood, één met metworst, de
ander met jam, een heerlijke plak tulband
en een kop warme thee. Als kerstdiner
herinner ik me soep met balletjes vooraf,
aardappelen met spruitjes, stoofpeertjes en
een stukje vlees. Doorregen runderlappen,
iets groter dan we gewend waren. En als
toetje kregen we pudding met bessensap.
Er stonden geen brandende kaarsjes
op tafel. Dat vonden mijn ouders te
gevaarlijk.
Op Tweede kerstdag gingen we ook
’s middags naar de kerk. We hadden dan
tijd om de kerststal goed te bekijken. Het
waren eigenlijk geen echte beeldjes, maar
gezaagde figuren van triplex. Heel mooi
gemaakt en geschilderd door Piet Rohof.
Op die dag gingen we ook bij alle buren
de kerststal bekijken. Bij de familie Rohof
stond dezelfde beeldengroep als in de
kerk, alleen de helft kleiner.
Wij vieren nog steeds met onze kinderen
en kleinkinderen kerst, zoals vroeger bij
ons thuis. Herinneringen aan toen, aan de
fijne sfeer die er in ons gezin heerste. De
luxe ontbrak, maar deze werd ruimschoots
gecompenseerd door de zorg en de liefde
van mijn ouders.
Tot slot
In 2010 heeft het bestuur van Waarland
van Toen mij gevraagd uit het boekje
dat ik voor mijn familie had geschreven,
de gebeurtenissen die zich bij ons thuis
in de Sloeierd hebben afgespeeld, te
herschrijven. Ik heb toen ja gezegd en
ik deed dit met veel plezier. Het zijn
vier artikelen geworden met als titel
Een buurtje apart, waar de weg toen
de grens was tussen Oude Niedorp en
Harenkarspel.