29 Langs de wanden, de hele keuken rond, stonden de stoeltjes vol met speelgoed, lees- en tekenboeken, kleurpotloden en krijtjes. Verder een speculaas- en een taaitaaipop, een hart van suikergoed, een stuk of vier chocoladebeestjes en een paar borstplaatjes. Prachtig om te zien. Ook hing er dan in de woonkeuken een wat wonderlijke geur. Het rook vooral zoetig naar speculaas en taaitaai en ook naar een lichte verflucht. Vaak in de koolboet Andere opvallende feesten uit mijn jeugd waren de bruiloften. Eén van de eersten die ik me herinner, ik was toen zeven of acht, was het trouwfeest van tante Mien met Arie van Ophem. Tante Mien was een zuster van mijn moeder en Arie de enige zoon van de weduwe Van Ophem. Hij had samen met zijn moeder een kruidenierszaak naast de Posthoorn in Waarland. De bruiloft was in de boerderij van mijn grootouders. Het was in dat deel van de boerderij waar ’s zomers werd gewoond en ’s winters de koeien stonden. In een hoek ervan was een verhoogde stal voor de pinken. Deze werd bij deze gelegenheid gebruikt als podium voor het doen van stukkies. Een andere bruiloft was het 40-jarig huwelijksjubileum van mijn grootouders Groen. Ze woonden in ’t Veld aan het eind van de Zwarteweg. Nu loopt de Hartweg daar langs. Het werd gevierd op 1 juni 1949. Het feest werd gehouden in de koolboet achter de boerderij van mijn opa en opoe. Ik herinner me dat de stemming wat bedrukt was. Een neefje, Gerard Groen, het oudste zoontje van oom Piet en tante Trien was de winter ervoor door het ijs gezakt en verdronken. Oom Anton, de oudste broer van mijn moeder, was ernstig ziek en de gezondheid van mijn opa ging achteruit. Op deze bruiloft waren de ooms en tantes en verder de nog levende broers, zussen, zwagers en schoonzussen van mijn grootouders aanwezig. Er waren veel kleinkinderen. Het was toen zonnig weer en heel warm in de koolschuur. Het feest was op een woensdag. Een foto van de bruiloft van mijn grootouders Groen-de Wit.Deze is gemaakt door een familielid. Kennelijk heeft niet iedereen aandacht voor de fotograaf. V.l.n.r. voor: 2e Gerard, 3e Kees, 5e Tiny, 6e Corrie Tesselaar. Mijn zus Corrie, heeft kennelijk dezelfde ervaring gehad, want toen zij op een dag bij een vriendinnetje kwam, waar de kamer pas geverfd was, zei ze: O, wat ruikt het hier lekker naar Sinterklaas. Ze werd stomverbaasd aangekeken. Niemand begreep dat. Achteraf denk ik, dat mijn ouders weken van te voren bezig zijn geweest om te bedenken, hoe ze alle kinderwensen moesten vervullen met hun beperkte middelen. Ze hebben daarbij vast af en toe gebruikt speelgoed kunnen krijgen, dat weer opgelapt en geschilderd werd door ome Wim, de jongste broer van mijn moeder. Vandaar die verflucht! De sinterklaasstoeltjes bleven de hele ochtend vol bepakt met speelgoed staan. Want de buurkinderen kwamen bij ons stoeltje kijke en wij gingen natuurlijk ook naar hen. Tegen twaalf uur werden de stoelen leeggemaakt. Ieder van ons kreeg een doos waarin het lekkers en het speelgoed werd bewaard. We gingen dan warm eten. In mijn herinnering was dat op deze decemberdag bijna altijd slobberkool. ’s Avonds begon ik meteen te lezen in één van mijn gekregen boeken. Ik herinner mij vooral de Arendsoogserie van J. Nowee, zoals: Het raadsel van de Mosquitovallei, Arendsoog knapt het op en De Bende van de Blauwe Bergen. Maar ook Alleen op de Wereld van Hector Malot vond ik een prachtig boek. De meisjes kregen vooral poppen, ledikantjes en poppenwagentjes. De oudere meisjes ook leesboeken: Mariska de Circusprinses en Ontvoerd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2012 | | pagina 29