28
Oude Sint-Nicolaas-
prenten afkomstig uit
Turnhout, berustend
in het Prentenkabinet
te Brussel. Uit de
Katholieke Illustratie
van 29 november 1922.
en een nijptang, terwijl de bovenkant van
een hakbijltje als hamer dienst deed.
Eigenlijk met tegenzin werd van een aard-
appelkist, wat plankjes en een stuk gaas
een hok voor de rammen gemaakt. Tot
overmaat van ramp begonnen de voed
sters, die in het oorspronkelijke hok zaten,
ook met elkaar te vechten. Dus kwam er
nóg een hok bij. Er werd een kist gevon
den, stuk gaas ervoor en klaar was Kees.
Dat dachten we. Een paar weken later had
de zwart-witte ineens een nestje met jongen
en een dag of wat daarna de bruine ook.
Ineens had ik meer dan twintig konijnen.
Al het voer moest met de hand geplukt
worden. En wat gebeurde er nog meer
De rammen braken los en vraten hun buik
vol in de groentetuin. Sla, andijvie, wortel
tjes, alles ging erin als koek.
We hadden dus een konijnenprobleem.
In Zijdewind woonde Andries Ligthart.
Hij handelde in kleinvee en kocht de
twee rammen op. Later zijn ook de
jonge konijnen naar hem gegaan. In de
herfstmaanden die volgden, heb ik samen
met mijn buurjongen Niek Bleeker betere
hokken gemaakt. Niek kon, net als zijn
vader, heel goed timmeren. Van hem heb
ik heel wat geleerd.
Het rook naar
Mijn tiende verjaardag blijft in mijn
herinnering. Maar het Sinterklaasfeest
springt met stip boven alles uit. Weken
van te voren begon het al. We stonden
elkaar alle dagen te verdringen voor de
etalageramen van Jan Bos (nu: Kerk
straat 40), waar het speelgoed uitgestald
lag. Ik maakte me wel eens zorgen of
Sinterklaas wel genoeg autootjes of
stoomwalsjes had, want er lag er van
elk maar één in de etalage. Mijn moeder
legde mij uit, dat de Sint er meestal
veel meer had. Waar de goedheilig man
er zeker veel van had, waren kleine
suiker- en chocoladebeestjes. Vanaf half
november mochten we af en toe kousje
ophange. In onze woonkeuken stond
een groot dressoir met een spiegel er
achter. Over die spiegel hingen wij één
van onze kousen. We deden onze eerste
verlanglijstjes erin en soms een wortel
voor het paard. We moesten die wortel
eerst goed schoonmaken, anders lustte
het paard die wortel niet. Mijn moeder
zal gedacht hebben: de kousen moeten
schoon blijven. De volgende morgen zat
er dan een suiker- of chocoladebeestje in.
Ik herinner me de vijf decemberavond,
waarop Sinterklaas en Zwarte Piet op
bezoek kwamen. Ik was toen tien jaar en
mijn geloof in de Sint was bijna geheel
verdwenen. Gelijk, toen ze binnen
kwamen, vond ik meteen al, dat de Sint
helemaal niet leek op de Sinterklaas, die
ik ’s morgens op school had gezien. En na
even goed kijken, herkende ik Sint en Piet
als twee van mijn ooms. Hoewel de Piet
mij toch nog wel wat angst inboezemde,
heb ik het spel die avond meegespeeld.
Maar een paar dagen later heb ik het wel
tegen mijn moeder gezegd. Ze begreep
het, vroeg me wel dringend het niet aan
mijn broertjes en zusjes te verklappen.
We hadden geen pakjesavond. Nee, wij
gingen stoeltje zette. Op 5 december
kozen we een stoel uit, maakten een
mooie tekening voor Sinterklaas, legden
onze verlanglijstjes erbij en gingen na het
zingen van de nodige sinterklaasliedjes
op de gewone tijd naar bed. De volgende
morgen werden we heel vroeg wakker
en gingen stilletjes naar beneden. De
woonkeuken zag er dan prachtig uit.
Hij stort hier uit zijn grooten zak,
Een menigte van lekkernijen,
Banket en allerfei gebak,
Ja alles wat u kan verblijen.
Cl repand pour ses p'tits amis
Des joujoux et des biscuits.
Sint Nicolaas te paard gezeten
Laat alle goede kinderen weten
Dat hij, als in het vorig jaar,
Prezentjes heeft en lekkers klaar.
St. Nicolas, aux bons Enjants,
F er a cette année des présents.