22 Werkzaamheden aan de verkaveling. Op de achtergrond de stolp van de familie Smit-Zoon. Nu staat hier de boerderij van de familie Rustenburg, Volleringweg 7a. De 83-jarige Gerard Zutt vertelt hier over: Ons huis stond aan het kanaal bij de Hogebrug en wanneer ik naar school liep, moest ik over de kaai richting Waarlandsmolen. Dan over de sluis en door een klaphek. Er lag een oude molenroede over de uitlaat van de molen. Aan weerskanten was een leuning. Daarna ging ik met een brug over een brede molensloot en kwam op een pad. Een stuk verderop was er een driesprong. Rechts kon je naar school en links naar de voormalige boerderijkerk. Misleidend is het bordje Westkade aan de zijmuur van Kerkstraat 57. Hoogstwaarschijnlijk zal daarmee bedoeld zijn dat op die plek het pad begon naar de Westkade, waaraan toen de genoemde boerderijkerk (nu: de Boereplaats, Jonkerstraat 31) stond. Het laatste deel Het zuidoostelijke deel van de Waar- landspolder werd als laatste verkaveld. In november 1950 werd dit gedeelte drooggezet. In het bestek van de Nederlandsche Heidemaatschappij lezen we: Met de aan te leggen weg wordt in het voorjaar van 1951 een begin gemaakt. In verband hiermede moeten van een strook grond aan weerszijden van de as van deze weg ter breedte van ongeveer 25 m. (totaal dus 50 m.) vóór 1 jan. 1951 de gewassen worden verwijderd. Deze weg, alsmede de strook grond, zal in het terrein worden uitgezet doormiddel van palen met witte kop. Met de overige werkzaamheden zal begin augustus 1951 een begin worden gemaakt, zodat dit blok per 1 maart 1952 door belanghebbenden weder in gebruik kan worden genomen. Een naam geven De verkaveling moest een verbetering worden voor de tuinders. Althans dat was de bedoeling. Er werden percelen Corry van Duin heeft dit in haar jeugd van nabij meegemaakt. De betreffende tuinders konden tijdens de verkaveling hun grond niet bebouwen. Dus waren er ook geen opbrengsten van dat land. Als compensatie konden de eigenaren in die periode te werk bij de Nederlandsche Heidemaatschappij. Voor mijn vader gold dat niet, hij huurde alleen. De verkaveling bracht voor ons veel gemak. Geen water meer uit de regenput, maar aangesloten op het waterleidingnet. Ook geen olieverlichting meer, maar elektriciteit. Aan onze kant van de nieuwe weg kwamen palen te staan en vandaar met een tussenpaal ging er een elektriciteitsdraad naar ons huis. De fruittuin, waarin we zo lekker konden spelen, verdween. Even verderop werd een nieuw pad aangelegd. Met een noodbrug van rails en planken kon je over de nieuwe sloot. Vanuit ons huis zagen we de arbeiders, die bezig waren met het graven van sleuven voor de drainagepotjes. Ook waren er draglines en bulldozers om de sloten te dichten. Na de toewijzing van de nieuwe percelen verdween het pad vóór ons huis. De nieuwe weg werd met klinkers bestraat, maar was niet breed. Er konden nauwelijks twee auto ’s passeren. De bermen waren wel breed. Mijn vader heeft de bermen gedurende een aantal jaren gepacht. Het hooi, dat hij ervan afhaalde, was voer voor de koeien. Want hij had in de wintermaanden altijd een paar opzetters. Ik was 12 jaar en samen met mijn zus Riet deed ik mijn Plechtige Heilige Communie. Met vader en moeder gingen we lopend over de nieuwe weg naar de kerk. Een gebeurtenis, die ik me nu nog herinner. En ik hoefde toen niet bang te zijn dat mijn nieuwe jurk smerig zou worden. Tot slot wil ik nog zeggen, dat wij blij waren dat de verkaveling voorbij was en dat de nieuwe weg voor ons een hele vooruitgang betekende. ,3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2012 | | pagina 22