21
Een uniek project
In januari 1946 verzocht het bestuur van de Waarlandspolder aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de polder te
verkavelen. Een jaar later deed de Slootgaardpolder een gelijkluidende aanvraag. Op beiden werd positief gereageerd. Zo
was de eerste stap gezet voor een uniek project in Nederland. Er werd een begroting gemaakt om beide polders, tezamen
met een oppervlakte van ongeveer 575 ha, te verkavelen. De werkzaamheden zouden f 7.000,- per ha moeten kosten. Dit
was onmogelijk op te brengen door de ingelanden van deze polders. Er is langdurig overlegd met het provinciebestuur.
Uiteindelijk kwam er een rijkssubsidie van 75% uit de bus, de hoogste die toen ooit in ons land was verleend. Op 15 oktober
1948 stemden ongeveer 2/3 deel van de eigenaren voor. Tien maanden later begon de Nederlandsche Heidemaatschappij met
deze omvangrijke klus. De gehele verkaveling werd in blokken uitgevoerd en heeft ruim drie jaar in beslag genomen.
Op 12 november 1951
vierden Siem van Duin
en Corrie Appelman hun
12%-jarig huwelijksfeest.
V.l.n.r. boven: Riet, Jan,
Corry. Voor: Joop, Siem,
vader Siem, moeder
Corrie, Dinie, Tinie.
Over de molensloot achter ons huis
lag een bruggetje, bestaande uit drie
planken en een leuning. Het pad liep
naar de Veluweweg. Wanneer je over
het bruggetje ging, was je de schuur
van Dirk Bruin al voorbij. Je volgde
het pad en kwam bij de Gebr. Bruin, het
loonbedrijf. Ik weet nog dat Dirk Busker
en Trien Kuijs veel moeite hadden om
met een mand met brood of een emmer
met melk over dit bruggetje te komen.
Een tweehonderd meter verderop woonde
de familie Smit (nu: Volleringweg 7a).
Er was geen pad naar deze buren. Alleen
met een schuit konden we daar komen.
Voor hen was het dan ook een hele
we aan een touw gezet. Het volgende
herinner ik me als de dag van gister. Ik
was een jaar of zes. Mijn broertje Jan,
die twee jaar jonger was, kwam gillend
binnen en riep: ’Mam, m’n zussie ligt in
de sloot. ’Mijn moeder rende naar buiten
en toen ze bij die sloot aan kwam, zag
ze dat haar kind niet meer leefde.
Enkele dagen daarna was de begrafenis
en werd het kistje met de schuit naar
de kerk gebracht.
Het pad naar school
Tot de zesde klas ging Corry lopend naar
school. Haar herinneringen aan die tijd:
Toen ik vijf jaar was, mocht ik naar de
kleuterschool bij juffrouw Kuijs. Met
alle kinderen zaten we in één lokaal. Met
mijn zusje Riet, de buurkinderen Bruin,
Zutt en Stoop liepen we gezamenlijk naar
school. ’s Morgens moesten we eerst naar
de kerk. We kregen dan brood mee en
aten dat op in de klas. Tussen de middag
gingen we wel naar huis. Heen gingen
we vanaf Dirk Bruin langs de boerderij
van Zutt en Kamper over de kaai en vóór
het huis van Noordstrand langs. Dan
kwamen we bij Siem Groen, daar was
een brug over de sluis. Vervolgens over
het molenerf, dan met een brug over de
uitlaat van de molen, langs het machine-
boetje en over het nieuwe pad richting
Kerkweg. We noemden dit het nieuwe
pad omdat het was gemaakt bij de aanleg
van het voetbalveld. Vervolgens voorbij
de kerk en dan waren we op school. Bij
het huis van Siem Groen was ook nog
een ander pad. Hier gingen we bijna
nooit langs. Het liep langs de boerderij
van Schuijt en dan met een brug over de
molensloot en over de akker van Weenes
(bijnaam van Willem Dekker) naar de
Kerkweg.
In de wintermaanden, wanneer de sloten
dichtgevroren waren, was voor ons de
weg veel korter. We konden dan over het
ijs naar school.
Corry weet dat de situatie rondom de
molen vóór de aanleg van het zwembad
en het voetbalveld anders was dan toen
zij daar langs liep.
omweg om naar kerk of school te gaan.
Hun pad liep over het erf van Jan Koenis
(nu: Hogebrugweg 10). Dan moesten
ze via de Hogebrug- en Veluweweg en
vervolgens linksaf de Kerkweg in.