15
war bei den Reichswerken 'Hermann
Göring als Werksarzt tatig. Nach dem
Krieg hatte er eine eigene Praxis.
De weg terug naar huis
Op 15 december 1944 ben ik S morgens
vroeg vertrokken met de trein van
Braunschweig naar Hannover Die
reis was niet ongevaarlijk. Onder
het alarm reed de trein gewoon door.
Omdat Hannover werd gebombardeerd,
hebben we met zijn allen een eindje
voor Hannover toch maar in de
schuilkelder gezeten. Zaterdagmorgen
op 16 december om vier uur ging ik bij
Bentheim over de grens en om zeven uur
zat ik bij het Rode Kruis in Hengelo.
Daar heb ik eten gehad en heb ik tot
s middags vijf uur op een stoel gezeten,
want er waren veel te weinig bedden.
Daarna moest hij verder in een
verzegelde goederenwagon, vol met
onderduikers die door het Rode Kruis
op hun terugweg werden begeleid.
Om vijf uur vertrok Piet Zuijdam naar
Amsterdam. Zondagmorgen 17 december
's nachts om drie uur waren we nog
maar bij Deventer, omdat er vliegtuigen
in de lucht waren. Nabij Arnhem was
veel geschut te horen. Om ongeveer
tien uur kwamen we in Amsterdam
Zuid aan. Daar zijn we uitgestapt en
ben ik lopende naar de familie De Jong
in Amsterdam-Noord gegaan. Ik had
dit adres, omdat hun dochter Dora in
de oorlog tijdelijk bij ons thuis was
opgenomen. Uiteindelijk ben ik om half
zeven s avonds naar bed geraakt. Ik had
van vrijdagmorgen af geen bed meer
gezien. Maandagmorgen ben ik om zeven
uur samen met twee zoons van De Jong
met de handkar te voet op weg naar huis
gegaan, waar ik 's middags om zes uur
arriveerde. Henk Leering, die vlakbij de
Hoge Brug woonde, is op zijn fiets met
anti-plofbanden vooruit gegaan om thuis
te zeggen dat ik in aantocht was. Mijn
Moeder zat in de kamer op de stoel mij
op te wachten. Zij was toen al ziek, ze
leed aan kanker.
Piet met zijn broers
en zusters.
Vl.n.r. achter: Jopie, Jan.
Voor: Piet, Brigit, Gert.
Foto 1955-1956.
Niet meer op de akker
Na anderhalf jaar afwezigheid was Piet
weer thuis. Af en toe had hij vanuit het
werkkamp een brief geschreven. Zijn
familieleden ontvingen ook via anderen
berichten over hem. Op verjaardagen
in het gezin Zuijdam kwam er altijd
een kaart van Piet, geschreven in
telegramstijl. Zijn brieven of kaarten
lijken niet bewaard te zijn gebleven.
Vanaf 18 december 1944 tot 7 juli
1946 heeft hij zijn dagen thuis op een
ruststoel in de kamer doorgebracht. In
deze periode is zijn moeder overleden,
op 52-jarige leeftijd, op 19 februari 1945.
Om te genezen van zijn tuberculose
kuurde Piet van 8 juli 1946 tot 7 maart
1947 in een sanatorium te Son bij
Eindhoven. Eerst is hij verpleegd in het
ziekenhuis zelf, later in een met de zon
mee of van de wind af draaiend tentje.
Ik heb na mijn terugkeer nog twee
maanden ziekengelduitkering ontvangen
uit Duitsland via de Raad van Arbeid
te Nijmegen. Daarna tot 7 maart 1947
ontving ik vijftien gulden per maand van
de Raad van Arbeid te Alkmaar omdat
ik rentezegels had geplakt. De
Raad van Arbeid heeft ook
de kosten van het sanatorium
betaald.
Zijn tijd in het sanatorium
heeft hij goed gebruikt. Hij zag
zich niet meer terugkeren op
de akkers van zijn vader of op
die van buurman Jan Bruin
Filmer, waar hij twee jaar voor
zijn vertrek naar Duitsland
had gewerkt. Hij begon in
Son cursussen te volgen en
kwam terug in Waarland. Op
6 mei 1947 begon hij op het
administratiekantoor van Ben
Jaspers. In 1955 nam hij dit
kantoor over. Ben Jaspers
emigreerde met zijn vrouw