Harenkarspel, Slootgaard o 95
De inrichting van een barak in Kamp Vugt
Het nummer van de barak (Block) op de achterkant van de brief is niet goed leesbaar. De archiefmedewerkster van
Kamp Monument Vugt, mevrouw Els van der Meer, antwoordde: Het baraknummer kunnen wij ontcijferen als
23B. Een barak bestond uit twee - aan elkaar gespiegelde - vleugels; een A en een B gedeelte. Eén gedeelte bestond
uit een wasruimte met heel grote wasbakken met een aantal kranen erboven (alleen koud water); een ruimte met
tien toiletpotten zonder onderlinge afscheiding; een dagverblijf met tafels en banken en een slaapzaal met rijen
stapelbedden - drie boven elkaar. In één vleugel konden ongeveer 240 gevangenen worden ondergebracht.
Van 24 januari t.m.
1 maart verbleef mevr.
Bakker-Tesselaar in
de gevangenis aan de
Weteringschans te
Amsterdam. Vandaar is ze
overgeplaatst naar Vugt,
waar ze tot half september
1944 gegijzeld bleef.
zoals zij dit ook doet: Ik maak ’t naar
omstandigheden heel goed. Geen enkele
mededeling mocht je doen over aantallen
gijzelaars of andere gevangenen, hun
namen of vrijlatingen. Dus schrijft ze,
dat het met Pinksteren zo’n prachtig
weer is geweest. Geen woord over
de dramatische gebeurtenissen in het
kamp twee dagen eerder. Toch kan het
haast niet anders of ze moet op twee
juni getuige zijn geweest, of minstens
wat gehoord hebben van het laatste
grote Joden-transport: 90 mannen, 389
vrouwen en 17 kinderen.
Vier maanden is ze al van huis, als ze
deze brief schrijft. Hoevéél brieven en
pakketten ze intussen al heeft ontvangen,
weten we niet. Uit de brief mogen we
afleiden dat het er meer zijn geweest.
Ze blijkt te weten dat de familie op
bezoek is geweest bij Zr.Theresiana,
haar dochter Trees, werkzaam in het
St. Elisabeth Ziekenhuis in Alkmaar.
Een verjaardagsbezoek in april 1944 zal
het niet zijn geweest, gezien de precaire
omstandigheden in de familie. Eerder een
onderlinge steunbetuiging, mogelijk ook
een bezoek voor informatie-uitwisseling.
Berichten uit Vught werden natuurlijk
tussen broers en zusters rondgebriefd.
Moeder is goed op de hoogte. Haar
zoon Cor is herstellende van een ziekte.
Jongste dochter Guurtje heeft lang aan
een sierketting gewerkt. Ze vraagt haar
of ze al een nieuwe zomerjurk heeft
en of haar vriendinnen wel eens langs
komen of: de buren en Gerrit kome die
wel eens over lope. Tot die vriendinnen,
kunnen we nu zeggen, behoorde Marie
Nieuwboer, de zus van Luus, Trien
Jaspers, dochter van de kapper, Marie
Dekker en Marie Bekker. Met Gerrit
moet buurman Gerrit Moras zijn bedoeld.
Hoewel de brief maar negenentwintig
regels telt, staat er toch veel in. Ze be
treurt het dat de drogerij thuis stilstaat,
waarmee ze het drogen van sellerie in
een aparte schuur op het erf bedoelt.
Opvallend is haar onderstreping in:
Wij kunne niet beter doen als bidde
voor een spoedige vrede. Twee dagen na
zondag 4 juni 1944 zetten de Amerikanen
voet aan land in Normandië. Haar bevrij
ding zat er inderdaad aan te komen.
Drie maanden later werd het zuiden en
weldra ook Vught bevrijd. Ook moet ze
bericht hebben gekregen van de terug
keer van haar zoon Siem, die in 1943
in Duitsland was
tewerkgesteld.
Ze weet namelijk
van de daar opge
lopen verwondin
gen aan zijn arm.
Siemen zal je
voorzichtig zijn met
je arm want die
kan je niet misse.
Ze schrijft zoals
ze spreekt: was
’t maar vrede he.
De brief vertoont
echter weinig
leestekens en wei
nig hoofdletters.
Geb.:
Wohnort:
Angeh.:
Berüf:
Haugfrau
Kinder:
14
Eingel.:
1.5.44
19
Am 5.8.44 aus dem
Pol. Durch. Lager
ins Geisellager
überstellt
12.10.81
verh.
Mann 0. Bakker, w.o.
H.Gei. Nr.: 01264 - Bakker-Tesselaar, Anna
ARCHIEF KAMP VUGHT
Harenkarspel
ka th.