HERINNERINGEN AAN EEN ONDERDUIKER Siem Bakker Cees Bakker. 17 Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog zijn schaars geworden en documentatie is vaak ontoereikend. Toch zijn er nog getuigenissen en documenten te vinden, soms uit een onverwachte hoek. In deze bijdrage zijn dit de herinneringen van Luus Nieuwboer en een brief van mijn grootmoeder Anna Bakker, de waarschijnlijk enige bewaard gebleven brief van haar uit Kamp Vught. Elke zondag ging ze vanaf haar ouderlijk huis aan de Nieuwboerweg met de fiets naar de Sloeierd, naar de boerderij bij De Wup. Daar trof ze vooral Guurtje, de jongste dochter van Cees Bakker en vriendin van haar zus, Marie Nieuwboer. De maandag erop moest Luus in de pastorie - waar onderduikers in pastoor Velseboer een uitstekende beschermheer hadden - gaan vertellen hoe het er voorstond op de boerderij. En of er nog nieuws was over zijn vrouw Anna, die als familiegijzelaar, tweeënzestig jaar oud, vanaf 24 januari 1944 gevangen zat. Ze herinnert zich van haar zondagse bezoeken niet dat er gesproken werd over brieven uit het concentratiekamp in Vught. Als vrouw kon Luus Nieuwboer zich in die oorlogsdagen vrijer bewegen dan jonge mannen. De bezetters controleerden hen eerder en achtten hen beschikbaar te zijn voor de Arbeitseinsatz. Bovendien kon ze altijd naar waarheid zeggen, dat ze bij iemand als hulp in dienst was. Ze kon uiteraard goed zwijgen. Ook toen ze thuis begonnen te vragen waarom ze toch zo vaak naar de pastorie ging. Haar taak heeft ze goed verricht, want Cees Bakker is zijn onderduikperiode in de pastorie zonder kleerscheuren doorgekomen. Alleen ik, zegt Luus, zag S zondags hoe hij vanachter de gordijnen stond te kijken naar de kerkgangers. Eén keer heeft hij het echt benauwd gehad. Er verscheen onverwacht bezoek in de keuken van de pastorie, waar de meiden hun domein hadden en ook Cees graag verbleef. Hij heeft toen drie uur lang zich daar verborgen gehouden, staande in een kast. Die onverwachte visite was mijn zuster Marie. Zij mocht er niets van weten. Luus Nieuwboer deed meer werk voor de ondergrondse. Ze haalde uit omringende plaatsen bonkaarten op voor onderduikers. Ze deed dit voor o.a. burgemeester Bosma van Oude Niedorp, die in de pastorie zou onderduiken, toen Cees Bakker daaruit vertrokken was. De vrouw van Bosma is voordat zij onderdook in Friesland, met haar kinderen eerst enkele dagen in huis geweest bij de ouders van Luus, de familie Nieuwboer-Blankendaal. Toen burgemeester Bosma later ook een heenkomen had gezocht in Friesland, is Luus daar een keer geweest. Ze ging met de nachtboot vanuit Amsterdam en bracht voor hen eten, dat afkomstig was van boeren in de Moerbeek. Andere onderduikers dan deze twee, Bakker en Bosma, heeft Luus in de pastorie niet meegemaakt. Een borreltje voor... Tot de Waarlandse groep die ondergronds zorgde voor onder meer onderduikadressen, behoorde Jan Nieuwboer. Begin 1944 kreeg zijn zuster Luus van hem de opdracht om geregeld een borreltje te gaan brengen in de pastorie bij wethouder Cees Bakker, die daar ondergedoken zat. Dit hield in, dat ze voor hem de fles citroen-brandewijn moest gaan bijvullen. De mee te brengen nieuwe voorraad kreeg ze van kerkmeester Piet Bakker, een broer van Cees Bakker. Van de onderduiker zelf kreeg ze ter plekke de opdracht contact te onderhouden met zijn vier nog thuis wonende kinderen: Wim, Siem, Jo en Guurtje.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2012 | | pagina 17