12
Zilveren jubileum
Op 15 augustus 1927 werd het 25-jarig priesterfeest van Vollering gevierd.
Een feestcomité had er alles aan gedaan om er een mooie dag van te maken.
De pastoor mocht een paar dagen daarvoor bij zijn familie doorbrengen, waarna hij
op de feestdag per trein arriveerde op station Noord-Scharwoude.
In optocht werd hij afgehaald. De stoet ging vervolgens door het dorp met als
eindbestemming de rijk versierde kerk. Al eerder was voor die gelegenheid geld
ingezameld voor een nieuw zijaltaar en een beeld van het H. Hart van Jezus. Het
altaar kwam te staan aan de mannenkant. Later zijn op deze plek het rooster van de cv
en het elektronisch orgel gekomen. Als dank voor zijn inzet voor de parochie en het
verenigingsleven kreeg de jubilaris een fiets.
kend volgde Vollering het advies van
de bisschop op en richtte de R.K.
Propaganda-club Sint Gangulphus op.
Van deze club was P. Smit Pz. voorzitter.
Elke maand werd er een spreker uitgeno
digd, daarna was er gelegenheid tot het
stellen van vragen gevolgd door een
discussie. In een krantenartikel van
het Noord Hollandsch Dagblad van
22 februari 1924 lezen we o.a.:
De WelEerw. Heer Klumper, kapelaan
te ’s-Gravenhage, hield een lezing over
de Heiligheid der R.K. Kerk, waarin hij
benadrukte dat alleen de R.K. Kerk het
kenteken der Heiligheid bezit. Verder hield
Jac van Diemen een causerie over de
uitstekend georganiseerde secte der Pool-
sche Marievieten. De ingekomen vragen
werden door den Z. Eerw. Heer Pastoor
en de WelEerw. Heer Klumper op bevre
digende wijze beantwoord. Aan het eind
van deze bijeenkomst kwam het liefdewerk
Oud Papier ter sprake. Een aantal leden
stelde zich wederom beschikbaar om het
papier bij de parochianen op te halen.
Kort na de oprichting van de Propaganda
club werd de R.K. Rijwielclub Sint
Christophorus in het leven geroepen.
Jaarlijks organiseerde deze vereniging
de tocht naar de Stille Omgang in
Amsterdam. Tijdens de vergaderingen van
deze verenigingen was pastoor Vollering
als geestelijk adviseur altijd aanwezig en
begon en eindigde hij de bijeenkomsten,
zoals gebruikelijk, met een gebed.
Een eigen LTB en bank
Vollering hield zich niet alleen met het
geestelijk welzijn van zijn parochianen
bezig, maar voelde ook mee met het wel
en wee van de tuinders. Terug naar 1898,
toen de tuinbouwvereniging Waarland
en Omstreken werd opgericht. Door
onderlinge saamhorigheid was veel
bereikt. De Waarlandse tuinders hadden
zich met succes ingezet voor: een veiling
bij het station Noord-Scharwoude,
de aanleg van de Hoge Brug, de sluis
in Waarland en de bouw van het
veilingcomplex: de Noordermarktbond
in Noord-Scharwoude.
In de loop van 1917 ontstond verdeeldheid
binnen de vereniging. Het aantal leden
uit de regio was gegroeid, waardoor de
leden uit Waarland in de minderheid
waren en dat ook zo voelden. Moesten de
Waarlanders zich aansluiten bij de LTB
Zijdewind of waren ze voor een eigen
vereniging? Voorlopig bleef het nog bij
het oude. Met de komst van Vollering
kwam deze kwestie opnieuw aan de orde.
Enkele Waarlandse agrariërs hadden
gehoord dat hij in Poeldijk, waar hij toen
kapelaan was, veel met tuinders had
gesproken en daarom nodigden ze hem uit
bij een informatieavond. Vollering nam de
uitnodiging aan en op die bijeenkomst zette
hij glashelder uiteen hoe de tuinders in het
Westland samenwerkten. Ook vond hij
het beter dat de Waarlandse tuinders zich
aansloten bij het katholiek overkoepelend
bestuur van de LTB. Zijn betoog heeft er
zeker toe bijgedragen dat in februari 1920
in Waarland de L.T.B. Harenkarspel-Oost
werd opgericht. Dat de niet-katholieke
leden hun heil elders moesten zoeken, was
jammer voor hen.
Nog een stokpaardje van Vollering was:
het realiseren van een bank in Waarland.
Dit had meer voeten in de aarde dan het
oprichten van de genoemde LTB. In het
voorjaar van 1919 kreeg Vollering een
fikse aanvaring met kassier Frans Jong
van De Weel. Het ging over het bedrag
van f 60.000,-, dat de Boerenleenbank