x,
i iiiniiiiijiiiHM nir mi s mrrl uil» mi j
EJS--
F
Alkmaar, september 2011.
Belgisch-Congo werd op 15 november 1908 een Belgische kolonie. Daarvoor was het in bezit van de Belgische
koning Leopold II en heette het Congo-Vrijstaat. Met het voorbeeld van Nederlands-Indië voor ogen, geloofde
koning Leopold dat koloniale bezittingen een belangrijke bron van inkomsten zouden zijn voor zijn kleine land.
De kolonie was eerst een zwaar verlieslijdende onderneming, maar doordat aan het einde van de 19de eeuw de
winning van rubber al belangrijker werd, voornamelijk voor de opkomende automobielindustrie, keerde het tij.
Met enorme winsten uit de rubber- en ivoorhandel liet Leopold II grote bouwwerken neerzetten ter verfraaiing
van België. Het lager onderwijs in Belgisch-Congo werd volledig overgelaten aan de katholieke missies en kende,
zeker na de Eerste Wereldoorlog, een enorme groei.
De aankomst
Slechts tweemaal hebben wij vast gezeten
en rond vier uur waren we in Hingunda,
waar de Eerwaarde Paters en een 300
kinderen ons verwachtten. Ik zag hoe de
groote klok luidde, maar kon hem van het
lawaai niet hooren, want hoe luider de
zwarten tieren en roepen, hoe grooter is
hun vreugde. De kerk was versierd bij ons
bezoek aan Jezus Heilig Sacrament en na
wat gebruikt te hebben, werden we door
de Eerwaarde Paters naar onze nieuwe
woning begeleid, waar we ons apostolaat
bij de Bagakken gaan beginnen.We waren
al een maand hier voordat de dragers met
ons linnen afkwamen. De Eerwaarde
Paters zorgden aanstonds voor ons kleine
kapelletje en gaven ons het mooiste. Als
altaar hebben we een gewone tafel tegen
de muur staan met daarop de gewijde
steen. Tegen de muur staan twee kistjes,
die natuurlijk overdekt zijn, eerst met
kranten en daarna met katoen en daarnaast
staat aan iedere kant een kandelaar en
een leege conservendoos met bloemen.
Als tabernakel hebben we ook een houten
kistje, maar deze is van binnen behangen
met nieuwe corporalen en van buiten met
wit linnen afgemaakt met een klein kantje.
Daar boven hangt een mooi kruis, en om
de tafel te bedekken hangt er een doek
voor in crême, met een mooi Pax er op.
Ook bezorgden ze ons een mooie kelk
en een mooie remonstrans die hetzelfde
bewerkt waren en zoo hadden we feest.
De eerste Heilige Mis en daarna uitstelling
van het Allerheiligste Sacrament. Van toen
af bleef Jezus met ons in het Tabernakel
en konden we zeggen: De Meester is daar,
ons huis is gesticht. En gelooft ge ook
niet, dat onze heilige Vader Franciscus
tevreden geweest zal zijn? Alles wat
we hadden was geleend goed. Er was
niets dat we het onze konden noemen.
Natuurlijk van tijd tot tijd komt er iets af,
maar de meubels voor ons kapelletje zijn
nog niet hier. Geduld hebben nietwaar,
want het belet niet dat we iedere dag de
Heilige Mis hebben en Onze Lieve Heer
is daar. Wat willen we meer verlangen?
De dagen zijn steeds te kort
Tot nu toe zijn de dagen steeds te kort.
We zouden zoo graag alles een beetje
ordelijk en zindelijk maken. Niet alleen
in, maar ook rond ons huis. We zijn reeds
begonnen met twee lanen palmboomen
te plaatsen. Nu zijn we bezig met een
paar bloemenbedjes, een soort roode
en witte lelie. Later hopen we ook fruit
en koffieboomen te planten enzovoort,
enzovoort, want als me overal zoover
vandaan is, heeft men graag een beetje
van alles zelf.
Zuster Maria Nella
van den Goeden Herder.
(Mej. Catherina Groen Adr. uit Waarland).
In een volgende Toendertoid een brief van
zuster Maria Nella waarin zij vooral de
Missienaaikrans van Waarland oproept
aan hen te denken.
40
zt.
j.-ï
Lü.
Het schip op weg naar
de Belgisch-Congo.
Zes nonnen op het dek.
Echter wel van een
andere orde.
■BBL..