Bang in het varkenshok
Jan Keet had ondanks die reuring weinig
tot geen contact met deze onverwachte
gasten. Hij ging zijn eigen weg en volgde
onbewust zijn gekozen houding om zich
zo onopvallend mogelijk op te houden
op zijn onderduikadres. Eén keer werd
Jan gedwongen om mee te helpen spit
ten bij de aanleg van een tankgracht. Een
Oostenrijkse officier hield hem daar een
tijdje in gaten. Later op de dag kwam hij
langzaam op Jan toegelopen en zei min
of meer terloops: Du bist kein Limburger.
Hij keek Jan daarbij doordringend aan.
Deze lachte maar wat, maar antwoordde
niet. De officier keek hem nog een keer
aan en zei vervolgens dat hij de volgende
dag niet hoefde terug te komen. Waar Jan
dit voorrecht aan had te danken, weet hij
nog steeds niet. Hij bleef echter in het
vervolg weg bij de spittersploeg en is
nadien ook niet meer opgeroepen. Op de
boerderij was genoeg werk te doen en in
zijn vrije tijd hield hij zich onder andere
bezig met stropen, samen met een Lim
burger, Kriekske genaamd. Hazen en ko
nijnen wisten ze te strikken en een enkele
keer konden zij een ree verschalken.
Met Giel van Deurse, oud vaandrig van
het Nederlandse leger en nu een Lim
burgse verzetsman, hielp hij geallieerde
piloten op weg naar een veilige ontsnap
pingsroute. In zijn herinnering kan Jan
zich maar twee razzia’s herinneren. In
het Meerlebroek stonden weinig bomen,
zodat eventuele ongewenste bezoekers al
geruime tijd van tevoren konden worden
Frontlinie
De geallieerde opmars verliep tot
september ’44 uiterst voorspoedig.
Iedereen dacht dat de oorlog snel zou
zijn afgelopen. Toen Roermond door hen
werd bereikt, waren de Duitsers plotseling
verdwenen in het Meerlebroek. Toen
Jan ’s morgens om vier uur de varkens
ging voeren, stonden plotsklaps twee
Amerikaanse verkenners voor zijn neus.
Hands up klonk het. Geschrokken wist
Jan met enige moeite duidelijk te maken
dat hij Nederlander was. De twee soldaten
vroegen hem de kortste weg naar Reuver
te wijzen. Jan mocht daartoe in hun jeep
stappen en hen zo naar het dorp brengen.
Als dank kreeg hij biskwie en chocolade,
een kostelijke traktatie in die tijd. Het bleef
bij deze kortstondige kennismaking. Wel
wist het Amerikaanse leger via een smalle
corridor door te breken tot Nijmegen, maar
op dat punt stokte de opmars. Het was de
bedoeling van de Engelse veldmaarschalk
Montgomery om met grootscheepse
luchtlandingen Arnhem te veroveren en
daarmee aansluiting te krijgen met de
Naarmate de geallieerden verder noord
waarts doorstootten, werden de Duitsers
al zenuwachtiger. Ook de mannelijke
bevolking van de omliggende dorpen
werd bij het spitwerk ingeschakeld. Na
zes weken vertrok het merendeel van
de Russische dwangarbeiders weer naar
Duitsland. Kort daarop kreeg de plaatse
lijke bevolking order om te evacueren.
Ook het vee, koeien en paarden, werden
afgevoerd. De mensen moesten zich
verzamelen op het station van Venlo en
vertrokken met de trein naar het Drentse
Hoogeveen met achterlating van vrijwel
al hun bezittingen. Het vee kwam gro
tendeels in Duitsland terecht. Kort na
het vertrek van de bewoners zag men de
Duitsers, die karrenvrachten goederen
meenamen uit de verlaten woningen.
Georganiseerde roof, diefstal en plun
dering was het. Alles van enige waarde
werd naar Duitsland versleept.
gesignaleerd. Jan wist zo vrij gemakke
lijk op tijd weg te komen. Wel is hij een
keer echt bang geweest, toen hij tijdens
een razzia de nacht moest doorbrengen
in een hoop erwtenstro en later in het
varkenshok. Het waren bepaald geen
prettige ervaringen, maar echt in gevaar
is hij niet geweest.
31
Het Meerlebroek, vanaf
1860 in ontginning.
De Prinsendijk (rechts)
vormde de grens met
het in Duitsland gelegen
Diergardtscher Wald.