Gedachtes Ja, zeg ik, dat is zo. Ja, denk ik bai m’n oigen, dat hew ik nou ok wel d’r S. Liesbeth Wever. 4 En weetje wat bai moin welders beurt, gaat ie verder. Den zitte d’r zoveul gedachtes in me houfd en denfloepe ze d’r zó maar uit. En den weet ik t niet meer. Maar altemet komme ze ok zó maar weer terug en den denk ik: oh, ja, nou weet ik t weer. ’s Eivens zitte we samen an tafel an de pangkoek; ik zien ’m denke en den zoit ie: Je gedachtes hè, die zitte in je houfd, die benne enkeld van je oigen en gienien ken ze zien. Mijn been heeft gisteren erge pijn gedaan en om 12 uur sliep ik bijna in toen er iets op zolder gebeurde. Ik was wel zo geschrokken, dat ik Jacob niet eens antwoord geven kon. Maar toen is Jacob eruit gegaan, maar er was een hor uit het raampje gevallen, dus we gingen weer slapen. Het is prachtig weer opheden. Toen kwam de Pater nog weer eens. Om kwart over 12 ben ik weer naar de kerk gegaan. De kinderen waren met de oude Pater aan het oefenen voor de bloemenhulde. Na de middag heb ik nu niet geslapen, want Jacob en Gerrit moesten naar de stad en waren telkens in de kamer, maar dat geeft niets want toen ben ik er maar uit gegaan. Later heeft Vrouw Stoop mij weer naar de kerk gebracht en Gerrit heeft mij er weer uitgehaald, want Trien en Alie waren op kraamvisite naar Nel Bakker. Ook de Pater is er nog weer eens geweest, daarna brood eten en toen naar het Lof. Erg mooi, de oude Pater heeft gepreekt. 22 mei Eerst mijn koffer ingepakt wat er van boven mee moest, daarna weer met Trien naar de H.Mis en te Communie. Uit de Mis gingen Vrouwtje Beers en Vrouw Bakker mee om een kopje. Toen kwam de Pater weer eens, stiekum een sigaret gepakt. Later toen hun allen weg waren ben ik op ziekenbezoek gegaan naar Cees Blankendaal. Ik vond hem erg mager. Bij het eten erg gelachen want Jacob deed toch zo raar. Truus Bruin moest ook almaar zo lachen. Trien en Gerrit moesten om de thee naar Winkel. Toen weer naar de kerk geweest. Truus Bruin heeft mij weer gehaald. En na het Lof heb ik van hun allen hartelijk afscheid genomen en met Frans naar huis. k hew ’n kloin warskippertje. Voif jaar is ie al, ’n beetje mansig soms en bar in de weer met of ie wel stoer is en meer van zuks. ’n Kloin banjertje, zal ’k maar zegge. r I’

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2011 | | pagina 4