Gedachtes
Ja, zeg ik, dat is zo.
Ja, denk ik bai m’n oigen, dat hew ik nou ok wel d’r S.
Liesbeth Wever.
4
En weetje wat bai moin welders beurt, gaat ie verder.
Den zitte d’r zoveul gedachtes in me houfd en denfloepe ze d’r zó maar uit.
En den weet ik t niet meer. Maar altemet komme ze ok zó maar weer terug en den
denk ik: oh, ja, nou weet ik t weer.
’s Eivens zitte we samen an tafel an de pangkoek; ik zien ’m denke en den
zoit ie: Je gedachtes hè, die zitte in je houfd, die benne enkeld van je oigen
en gienien ken ze zien.
Mijn been heeft gisteren erge pijn gedaan
en om 12 uur sliep ik bijna in toen er
iets op zolder gebeurde. Ik was wel
zo geschrokken, dat ik Jacob niet eens
antwoord geven kon. Maar toen is Jacob
eruit gegaan, maar er was een hor uit het
raampje gevallen, dus we gingen weer
slapen. Het is prachtig weer opheden.
Toen kwam de Pater nog weer eens. Om
kwart over 12 ben ik weer naar de kerk
gegaan.
De kinderen waren met de oude Pater
aan het oefenen voor de bloemenhulde.
Na de middag heb ik nu niet geslapen,
want Jacob en Gerrit moesten naar de
stad en waren telkens in de kamer, maar
dat geeft niets want toen ben ik er maar
uit gegaan. Later heeft Vrouw Stoop mij
weer naar de kerk gebracht en Gerrit
heeft mij er weer uitgehaald, want Trien
en Alie waren op kraamvisite naar Nel
Bakker. Ook de Pater is er nog weer eens
geweest, daarna brood eten en toen naar
het Lof. Erg mooi, de oude Pater heeft
gepreekt.
22 mei Eerst mijn koffer ingepakt wat er
van boven mee moest, daarna weer met
Trien naar de H.Mis en te Communie.
Uit de Mis gingen Vrouwtje Beers en
Vrouw Bakker mee om een kopje. Toen
kwam de Pater weer eens, stiekum een
sigaret gepakt. Later toen hun allen weg
waren ben ik op ziekenbezoek gegaan
naar Cees Blankendaal. Ik vond hem erg
mager. Bij het eten erg gelachen want
Jacob deed toch zo raar. Truus Bruin
moest ook almaar zo lachen. Trien en
Gerrit moesten om de thee naar Winkel.
Toen weer naar de kerk geweest. Truus
Bruin heeft mij weer gehaald. En na
het Lof heb ik van hun allen hartelijk
afscheid genomen en met Frans naar huis.
k hew ’n kloin warskippertje. Voif jaar is ie al,
’n beetje mansig soms en bar in de weer met of ie wel stoer is en meer van
zuks. ’n Kloin banjertje, zal ’k maar zegge.
r
I’