BERICHTEN UIT DE KUIL in Joop Zutt Trientje Ruiter mocht ik niet goed worden. Het is vandaag zulk prachtig weer geweest, maar wel koud. Vader moest vanmiddag te kerk en Moeder morgenmiddag. Jantje en Aijen hebben van middag mijn medicijnen bij de docter van daan gehaald. Nu heb ik mijn koffer klaar gemaakt en een poeder ingenomen, want ik heb een beetje hoofdpijn. En nu ga ik nog even lezen voor de verandering en niet te laat naar bed, want morgen heb ik nieuwe tijd, maar ik ben nu gelukkig weer beter. 17 mei Vanmorgen uit de Mis van half 9 ben ik naar Trien toegegaan. Het was wel zulk prachtig weer. De Pater heeft wel zo mooi gesproken. Toen moesten wij nog brood eten en daarna ben ik met vrouw Stoop glazen gaan wasschen en afdrogen van het café. Toen ben ik eens even in buiten gaan lopen. Daar liep Jo van de pastorie met een emmertje. Toen Trien zei dat ik bij haar was met deze Missiedagen, toen zei Jo dat wij gerust eens bij haar konden komen. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was het gebruikelijk dat met een zekere regelmaat de geloofsbelevenis in de parochies flink werd opgeschud. Daartoe werden zogenaamde Missieweken georganiseerd. Twee paters - voor Waarland waren dat meestal Franciscanen uit Nieuwe Niedorp - werkten een week lang in de parochie waarbij alle leeftijdscategorieën werden betrokken bij predikaties of gebedsoefeningen en zonodig persoonlijke gesprekken. Trientje Ruiter genoot in mei 1943 van zo’n Missieweek. Tot haar verrassing beleefde ze een wat duistere kant van een van de paters. 15 mei 1943 Vandaag heeft Moeder mijn gehaakte kleedje klaar gekregen. Het is erg mooi geworden. Om 6 uur werd ik wakker. Eerst mijn bed verschoont en toen brood eten. Jantje kwam in huis en vertelde dat Vader de rooie poes dood gemaakt had. Wel jammer vond ik, want het was zoo’n mooie kat. Toen heb ik m’n rokje gebreid en mijn elastieken kous genaaid. Daarna was het etenstijd. Na het eten de boel opgeruimd en mijn schoenen gepoetst en mijn zakje van mijn relikwie weer opnieuw gemaakt. De jongens en Jantje waren naar de Missie toe, die van daag begonnen is. Vader heeft vanmorgen al met een Pater meegelopen. Morgen kan ik al niet naar de kerk toe, dat vind ik wel jammer hoor. Maar a’fijn de vol gende week heb ik ten hoope een mooie week. Want ik doe deze Missie alleen voor Jezus, voor de afgedwaalden, voor het heil der zielen en mijn eigen ziel. Zondag 16 mei Ik was vanmorgen al vroeg wakker, om 5 min voor 5, en kon niet meer slapen hoe ik het al probeerde. Ik was genoodzaakt om vandaag nog het bed te houden. Wel jammer, juist de eerste dag der Missie, maar a’fijn niets aan te doen. Morgen ga ik fijn naar Trien Stoop toe te logeren tot en met Zaterdag. Nou dat vind ik heerlijk hoor, maar ik ga morgenochtend nog maar niet te Communie, want anders 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2011 | | pagina 2