PIET KOPPES:
NAAR EN IN DE TROPEN
z k
N. Slagter
16
Na het inschepingsverlof en de onvermijdelijke treinreis naar het
troepenschip, werd het Piet Koppes even teveel. Allerlei vragen
buitelden door zijn hoofd, zoals kom ik hier ooit weer en zie ik
iedereen nog wel terug. Dat duurde even, toen was het over en
begon voor Piet zijn Indische periode, welke ruim drie jaar zou
duren en die hij gelukkig zonder veel kleerscheuren kon na vertellen.
Het vertrek
De wereld was in die dagen klein.
Het eigen dorp was de plek waar alles
gebeurde. Piet illustreert dat: Alkmaar
en Amsterdam waren al ver genoeg. Zelf
was ik nooit verder geweest dan naar de
kazerne in Amersfoort.
De militairen zouden in augustus vertrek
ken. Vóór de datum van vertrek kregen
ze een week vrij, het zogenaamde insche-
pingsverlof. Dat eindigde voor Piet met
de Obdammer kermis. Deze was een
week voor de Waarlander kermis.
De kermis speelde nog een rol bij zijn
vertrek: Ik moest op zondagavond naar
de kazerne maar dan miste ik de kermis
zondag. Daarom meldde ik me ziek en
vertrok pas op maandagavond. Daar
kreeg ik nog wel een lichte straf voor.
Piet stapte in Obdam op de trein. Toen hij
Heerhugowaard passeerde, drong het tot
hem door dat zijn leven nu een hele an
dere wending nam: Na dat inschepings-
verlof voelde ik echt dat ik wegging. Ik
had al twee jaar verkering, was nog maar
21 jaar. Wat zou er allemaal gebeuren,
kom ik wel terug, misschien zie ik ze
nooit meer terug. Die vragen overvielen
me, het werd me allemaal teveel en ik
kreeg een huilbui van wel tien minuten.
Toen was het over. Dat vergeet je je leven
lang niet. Ik schaamde me niet voor mijn
Zo kwam Piet bij de 5e Compagnie van
het Instructie Bataljon 8e Regiment Infan
terie. Daar was hij van juli tot eind augus
tus. Ze sliepen in Amersfoort met 60 man
op één kamer. De dagelijkse bezigheden
bestonden uit: exerceren, met het geweer
omgaan en oefenen op de heide.
De eerste maand wisten de dienstplich
tigen nog niet dat ze naar Indië moesten.
Maar dat veranderde: Op een dag hingen
er aanplakbiljetten waarop stond dat de
3-8 RI naar Indië zou gaan en op welke
dag. De helft van de manschappen vond
dat spannend, de andere helft zag het
niet zitten. Ik zag er niet tegen op en
vond het eigenlijk wel goed.
INDEELING
EN INLIJVING
De burgemeester brengt te
uwer kennis, dat U tot ge
woon dienstplichtige bestemd
is en dat U:
Opkomst in Amersfoort
De oproep voor de militaire dienst kwam
eigenlijk zeer ongelegen, want Piet had in
middels verkering met Trien Hoogeboom,
geboren in Oudkarspel op 5 maart 1925.
Door de trouwplannen kon een streep,
want op 1 juli 1946 moest Piet zich melden
in de Lodewijk Kazerne in Amersfoort.
Piet had er weinig trek in: Het zat er in
dat ik naar Indië zou moeten en daar
had ik het niet op begrepen. Ik probeerde
afstel of uitstel te krijgen en ging hiervoor
naar burgemeester De Boer. Maar die
zei dat het kansloos was omdat ik geen
boerenzoon was. Die kregen nog wel
eens uitstel vanwege onmisbaarheid in
het boerenbedrijf.
terleek is de geboorteplaats van Piet
Koppes, waar hij op 30 maart 1925
de eerste was van twaalf kinderen. De
ouderlijke woning stond vlak
bij het dorp Heerhugowaard-
’t Kruis, maar was wel degelijk
op grondgebied van de toen nog
zelfstandige gemeente Oter-
leek. Later verhuisde het gezin
naar Obdam en daar heeft Piet
dan ook de meeste jeugdherin
neringen aan.
Vóór zijn diensttijd ging hij als
melkventer aan de slag in de
Wormer. Dat was in de oorlogs
jaren en toen die afgelopen
waren, moest hij in militaire
dienst. Hierdoor volgde uitzen
ding naar Nederlands-Indië, die
bijna drie en een halfjaar duurde.
Piet was soldaat eerste klas met
als legernummer 25 03 30 169.
I ‘Toegewezen aan het
I 8e Regiment Infanterie.’
a. toegewezen is aan
iet worden
dag
X- 1948 te
b. bij dit korps
ingelijfd o|