KOEKHAKKEN OP DE KERMIS Cees Modder 10 Gedurende een lange reeks van jaren was de heer Piet Hofman met zijn koekhaktent een vertrouwd gezicht op de Waarlandse kermis. In 1960 legde hij op 70-jarige leeftijd het bijltje erbij neer. Op 7 oktober van dat jaar bood hij zijn koekhaktent te koop aan, zo lazen we in de Schager Courant van die datum. Koekhakken, een eeuwenoud kermisvermaak. De koekmolen Grote plakken koek zaten bij Hofman in kisten die ook in de tent stonden. Hij sneed de plakken zelf op maat en de restanten daarvan kwamen bij de koekmolen te lig gen. Dat was een wijzer die de kinderen een zet moest geven en daar waar naar de punt bij stilstand naartoe wees had je dan ge wonnen. Zodoende was er voor de kleintjes die niet met de bijltjes mochten spelen ook nog wat te winnen. Die stapeltjes koek waren nooit gelijk. Bij dit spel was de heer Hofman als scheidsrechter weer anders, dan smokkelde hij wel eens met een koekje extra als het voor de kleintjes wat tegenviel. Daarbij, hij kende zijn pappenheimers. Het was niet alleen koek wat je kon winnen, er zat ook wat snoep of een lolly tussen. Wat er ook nog tussen zat en waar je nu haast een bekeuring voor zou krijgen, dat waren drie of vier sigaretten. Als je, als jong jochie, die dan won was het natuurlijk feest, want roken mocht dan wel niet van thuis, maar met kermis even in de graskant zitten roken was een belevenis. Dan de koeken zelf Er zat honing in, blanke stroop en drui vensuiker. De smaak was heerlijk. Na de kermis van Heerhugowaard-’t Kruis zaten we altijd thuis nog een paar dagen aan de koek, die moeder kocht als traktatie bij de koffie. Zelf heb ik bij ons in Aartswoud ook eens voorgesteld om dit koekhakken tijdens de kinderkermis weer eens te proberen. Het voorstel werd aangenomen. Dus moest er een bakker worden gevonden die de koeken zou maken. Na een paar maal nee, was het bakker Siem Rood van ’t Kruis, die het wel wilde proberen. Als hij maar wist wat er in moest. Nou, dat was geen probleem. Ik kende het recept. De koek, die hij maakte, was zoals het in mijn herinnering smaakte. Doordat je bij bakker Rood geen pond kon bestellen, maar het in kilo’s ging, hebben we het twee jaar op de kermis gebruikt en ik moet zeggen het was als vanouds: lekker. et koekhakken was een kermisattractie die nu niet meer voor komt. Eigenlijk is dat jammer want het was een leuk kermis- gebeuren en ook heel eenvoudig. Het was een kleine tent met twee of drie hakblok ken, een aantal kleine bijltjes in twee forma ten en verder nog een paar hakmessen. Hier van was het snijvlak een stuk breder. Hoe werkte dat? De koeken die je moest hakken, hadden een bepaalde maat. Met de kleinste bijltjes kon je met zeven maal hakken de koek in de lengte doormidden krijgen. Met de iets grotere bijltjes ging dat in vier keer. Lukte dat niet dan ging het soms in vele keren meer. Wat is er nu zo leuk aan? hoor ik u vragen. Wel, je deed dat niet alleen, je maakte er een wedstrijdje van met twee of meerdere personen. Degene, die de meeste keren moest hakken om de koek doormidden te krijgen, moest de koek betalen. En smokkelen door even je bijltje heen en weer te halen om zodoende de koek, die bijna los was kapot te krijgen, dat ging niet, want Hofman was een eerlijke en secure scheidsrechter. Met het hakmes kon je die koek in één keer doormidden hakken en u raadt het al, dat lukte bijna nooit en dan ging het meestal in drie of vele malen meer. De koek die hiervoor gebruikt werd was ook iets dikker.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2011 | | pagina 10