35
Tweegesprek
Piet had altijd wel zijn woordje klaar
en reageerde vaak ad rem. Een cross
talk met een sergeant over de inzet van
de EHBO is daar een voorbeeld van.
Bij een voetbalwedstrijd kreeg iemand
een ongeluk en lag zijn been open.
Sergeant: waarom doe je niets.
Piet: ik kan niks doen, want ik heb
geen spullen bij me.
Sergeant: maar je bent toch hospik.
Piet: ik hoor in de verte geweervuur,
waarom ga je er niet op af, want je
hebt toch een kanon in het embleem op
je revers.
’Op de koffie naar het
naastgelegen klooster
én met de nonnetjes op
de foto’. Piet tweede
van links.
Het thuisfront
Thuis in Waarland was het Thuisfront
actief. Dat was een groep die brieven
over het wel en wee in het dorp schreef.
Dus af en toe kreeg je een brief van ze,
o.a. van Trientje Ruiter.
Leuk om te horen hoe het thuis was.
Soms liet het waarheidsgehalte te wensen
over. Zo was broer Henk een keer
gestruikeld bij een volleybalwedstrijd,
waarschijnlijk vanwege malaria.
Dat schreef hij ook naar huis.
Dat raakte dus bekend in het dorp. Maar
in de brieven van het thuisfront kwamen
daar toen praatjes van in de trant: Nu kom
je wel gauw naar huis omdat het met je
broer zo slecht gaat. Niet zo opwekkend,
want Henk kreeg pillen en was er allang
weer bovenop.
Op een end
Bij het Tobameer had het leger een vakan
tiehuis. Daar mochten de soldaten heen
Jan Jaspers uit Zijde
wind, Jan Witte uit
de Kampen. Eerder
had hij al Cor Ursem
en Nic. Broersen
ontmoet.
Op Sumatra gingen
ze met de vrachtauto
naar de kerk. Piet zat
in het kerkkoor en ze
moesten tijdig aan
wezig zijn. Uit de
kerk ging het koor
op de koffie naar
het naast gelegen
klooster.
Naar huis
Op 12 maart 1950, op zijn verjaardag,
vertrok het peloton van Piet Stam voor
de terugreis naar Batavia. Ze gingen
met een Chinese boot. Nu zijn Chinezen
kleiner, dus de ruimen en gangen van het
schip waren niet zo hoog, daarom stootte
iedereen zijn hoofd. Na korte tijd waren
er al twaalf hersenschuddingen.
In Batavia werden ze na een paar dagen
ingescheept op het schip de Goya. Het
afscheid van Nederlands-Indië was in
stijl. Uit de portemonnees werd het geld
gehaald dat nodig was voor souvenirs.
Daarna gingen de portemonnees op een
hoop en daarvan werd drank gekocht.
Piet lachend:
voor een week verlof. Thuis heeft Piet
een foto waarop ze bij het prachtige To-
bameer staan. Ook werden ze vereeuwigd
bij de Status Quo lijn. Dat was de grens
tussen het gebied van het Nederlandse
leger en dat van het TNI. De vijandelijk
heden liepen toen al op hun einde.
Toen de acties echt afgelopen waren, zat
Piet op een buitenpost. De geneeskundige
groep ging toen de kampongs langs om
te kijken of ze de bevolking konden helpen,
bijvoorbeeld bij het verbinden van wonden.
Of om malariapillen te geven, drie per dag,
voor ’s morgen, ’s middag en ’s avonds
in te nemen. Ze kregen er 15 per persoon,
dus voor vijf dagen. Piet zag het resultaat:
Maar je zag dat ze de pillen
buiten gingen uitdelen aan
anderen. Dat moest je dan
weer opnieuw uitleggen.
Over malaria weet Piet
nog een bijzonder verhaal
te vertellen: Vaak stond
bij de ingang van een huis
een grote ton met water.
Onderaan was een gaatje
met een stop. Als je die er
uit haalde stroomde het
water er uit en daarmee
wasten ze hun voeten.
Dat was wel nodig want
ze liepen op blote voeten.
Maar in die ton bleef
veel water achter en dat
was een goede plek voor
malariamuggen. We kieperden daarom
de ton om en dan krioelde het van de
malarialarven. De mensen hadden er
geen benul van dat die larven de oorzaak
van malaria waren.