NL 't Piet Stam (links) en zijn dienstkameraad Frans Stoop uit Eenigenburg. Een memorabele gebeurtenis, vindt Piet nog steeds: We noemden ze blauwpijpers omdat ze een blauwe broek droegen. Op een dag kwam er een patiënt bij hen vandaan. Die was de volgende dag dood. Geelzucht. Maar de volgende dag kwam er weer een. Dat gaat niet goed, zei de dokter. Met nog twee soldaten moesten we dat kamp van de TNI inspecteren en dan vooral kijken hoe de hygiëne was. Over hun bezoek waren afspraken gemaakt en ze gingen er met de jeep naar toe. Het bleek allemaal mee te vallen. Het zag er allemaal goed uit en er was gelukkig niets aan de hand en de hygiëne was goed. Wel viel mij iemand van de TNI op, die de telefoon bediende en steeds maar weer het woord merdeka (vrijheid) in de hoorn zei. Iets anders had hij zeker niet te melden. Nu was er in de buurt een prachtige water val. Die wilde het drietal graag zien. Dat mocht, maar ze moesten wel op een bepaalde tijd vertrekken en de route werd vastgesteld. Met zijn drieën stapten ze in de jeep. Maar toen kwamen ze een auto van de vijand tegen. Piet vertelt: We werden aangehouden en ze vroegen of we ver dwaald waren. Toen bleek dat ze hele maal niet wisten dat wij permissie had den om daar te rijden. Maar het liep ge lukkig goed af. Al zat de schrik er goed in, zeker toen die TNI’ers zeiden dat ze ons voor hetzelfde geld neergeknald hadden. Piet en zijn collega’s mochten doorrijden naar de waterval. Een indrukwekkend gezicht mede omdat er een grote brug vol soldaten was. Van de TNI kwam nog een bijzonder verzoek, willen jullie even langs die rij lopen, want jullie zijn bij de vijand op visite. En onze mannen zijn benieuwd naar jullie. Bij terugkomst was de dokter woedend: Jullie hadden wel gevangen genomen kunnen worden. Piet reageerde laconiek: Na vijf weken worden we toch weer uitge leverd en zouden we weer terug kunnen. Dat doen we toch ook met hun soldaten. Maar je bent wel vrijwillig heengegaan, mopperde de dokter nog. Ontspanning Bioscopen waren er genoeg in Indië. In het plaatsje waar Piet was, waren er wel drie. Daarnaast voerde het personeel van het ziekenhuis een toneelstuk op. Daarmee gingen ze dan andere onderde len langs. Piet mocht mee voor opbouw en afbraak van de decors: Een leuke tijd, maar we moesten wel voor elven weer binnen zijn, dan was het spertijd. Probleem bij de rolverdeling was wel dat er weinig vrouwen waren. Slechts één verpleegster deed mee, een mannelijke soldaat speelde de andere vrouwenrol. Dat gaf na afloop nog een hoop gedoe, weet Piet: Van de bos bloemen kreeg de verpleegster maar één bloem maar de mannen daarentegen werden rijkelijk beloond met sigaretten. Sporten kon je volop, zoals volleybal en voetbal. Er was zelfs een competitie tegen andere onderdelen zoals AAT en infanterie. Piet was zelf geen actieve voetballer, maar mocht wel graag aanwezig zijn bij de wedstrijden. Maar dat was niet altijd leuk, vertelt hij: Op een keer was er een voetbalwedstrijd tegen een inlandse club. Komt er een plopper aan en die zette zijn mitrailleur erop. Gevolg: drie doden en vele gewonden. Naar de kerk Zondags gingen ze naar de kerk. Er stond een echt kerkgebouw met een toren. De klok in de toren viel Piet op en herinner de hem aan thuis: Of je nu de Waarlandse klok hoorde of die in Batavia, ze hadden alle twee dezelfde klank. Na kerktijd leek het wel een reünie. Je kwam dan buiten Waarlanders en Velders tegen, zoals Dirk Stoop, Piet Bruin, Jaap Pater, Siemen Dekker. JU 158?” - 'Z-I TFT

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2010 | | pagina 34