Ambulancepersoneel in actie. Piet (rechts) in het laboratorium te Palembang met zijn collega S Lentink en Been. De vuurdoop Bij de tweede politio nele actie kreeg Piet zijn vuurdoop. Hij vertelt over de schrik die hem toen over kwam: Met een lan- dingsboot voeren we op de rivier de Musi. Over de rivier was staaldraad gespan nen, maar de genie blies dit met trotyl op. Opeens zag ik opspattend water voor me en ik besefte niet wat dat was. Wel schrok ik en bleef Geweld In Indië verloor Piet ook collega’s. Dat maakte veel indruk op hem: De eerste was een soldaat die omkwam bij een ongeluk met benzine. Hij hoorde bij de AAT (Aan- en Afvoer Troepen). Bij het schoonmaken van zijn auto, vatte een blikje benzine per ongeluk vlam. Een andere keer ging het richting een theeplantage. Daar moesten ze iedereen onderzoeken op malaria. Naar de plantages Soms moesten ze naar plantages in de buurt. Die hadden hun eigen bewaking. Zij gingen er heen om de bewoners te onderzoeken of om ze in te enten. Zo kwamen ze een keer op de rubber plantage Dolok Oeloe op Sumatra. Zij waren hier om de bewoners van deze rubberplantage in te enten. Dat waren er wel 4.000. Met zijn vieren inenten, betekende dat dus 1.000 mensen per man. staan. Bleken het vijandelijke kogels te zijn. Een infanterist achter me schreeuwde: hospik, wil je dood? Hij gaf me een zet van achter tegen mijn knieën. Ik dook meteen naar beneden, net op tijd. Een andere ervaring was bij een kampong langs de kant van de rivier. Vanaf de rivier gaf de politieboot vuur. In korte tijd stond het complete dorp in lichterlaaie en er bleef weinig van over. Verder op de rivier zijn we ergens geland en zagen nog duidelijker de gevolgen van oorlog. Maar gelukkig was het niet altijd zo erg. Wij hadden vaak met gewonde mensen te maken. Temeer omdat ik bij de bloedtransfusiedienst zat. met zijn vee omgaat, dan zal hij dus ook goed voor mijn mensen zorgen. Piet vertelt een gebeurtenis tijdens de eerste dagen van de politionele actie: We waren ondergebracht in een tentenkamp met een soort noodhospitaal. Toen ik ’s nachts bij de tenten op wacht stond, hoorde ik het geluid van iemand die tegen een scheerlijn aan liep. Ik maakte me zo klein mogelijk en ik dacht het zal vast wel een bekende zijn, maar je weet maar nooit. Toen die persoon langs me heen liep, schoot ik tevoorschijn en hield mijn pistool tegen zijn hoofd. Bleek het dokter Koolhaas, een oom van de bekende arts uit Dirkshorn, te zijn. Die was behoorlijk verrast, want de afspraak was om niet buiten de tent te komen, met de instructie: plassen doe je maar vanuit de tent en drukken op een stuk papier.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2010 | | pagina 32