BERICHTEN UIT DE KUIL
Joop Zutt
I Trientje Ruiter.
Trientje Ruiter schreef haar dagboek in 1943; midden in de
Tweede Wereldoorlog. De kleine Waarlandse gemeenschap
had de oorlog tot dan slechts als hinderlijk en lastig ervaren.
Het dagelijks leven werd er nauwelijks door beïnvloed. Tot die
noodlottige avond van 3 mei. Mijn gedachten waren weer direct
bij het droevig noodlot van maandagavond, toen Piet Pater werd
neergeschoten, schreef ze in haar dagboek om vervolgens als
nuchtere Westfriese over te gaan tot de orde van de dag. Ik heb de
voor en achterkeuken gewerkt en was te middag klaar.
Hij bracht een fiets voor Arie. Hij ging
met de trein van half 11 weer naar
Egmond toe. Moeder en Jantje zouden
vlug het werk afmaken om te gaan
naaien. Louw Stoop heeft weer in sloot
gezeten, maar nu in de ringsloot bij
vader.
07-05 Ik ben op tijd uit bed gegaan en
heb de kamer gedaan, want zij moesten
de achterkeuken schoonmaken. Toen ik
ermee klaar was ben ik aan mijn kousen
gaan stoppen. Even over 11 uur kwam
Dr. Schreuder. Jantje en ik zijn beiden
kort onderzocht. Wij krijgen beiden
poeder en ik mocht alleen lichte kost
gebruiken. Met de middag ben ik weer
naar bed gegaan en ben er om half 2
uitgekomen. Ik kon niet slapen. Anne,
Moeder en Frans waren zo aan het praten.
Nu zijn we met z’n drieën bij tafel. Jantje
visjes schoonmaken, Moeder bonen
uitzoeken en ik zoek het eind met schrij
ven. Zo dadelijk zullen de anderen ook
wel thuiskomen, want het is bijna 9 uur.
08-05 Ik heb de hele dag pijn. Het is
om er verdrietig van te worden, maar ja
O.L. Heer wil het zo. Vanmorgen kwam
Vader met het nieuws dat alle mannen
vanaf 18 tot 35 opgeroepen zouden
worden. Dus het wordt een nare toestand
opheden. Ik ga nu aanstonds ophouden,
want ik moet het noveengebed tot de
H. Antonius doen, maar het gebed is nu al
verhoord, want Jantje vertelde dat Jo
haar persoonsbewijs weer in Sien haar
jas teruggevonden was. Dus nu doe ik
het uit dankbaarheid. En heb Moeder nog
beschuiten voor mij klaar gemaakt, die ik
nu lekker zou opeten. O Maria Koningin
van de vrede, bid voor ons en voor de
aanmelding die op sprong staat.
09-05 Zondag. Vanmiddag had ik nog
een paar teleurstellings. Eerst, toen ik
bijna insliep, werd ik wakker gemaakt,
omdat Leen en Gerarda kwamen de
jurkjes zien te laten. De tweede teleur
stelling was dat ik niet mee mocht naar
het Lof vanwege het weer. Voorts ben ik
nu naar Gerda te schrijven.
05-05 Vanmorgen was ik gelukkig.
Moeder kocht een mooi nieuw
speldje voor me: een ankertje De
Hoop. 5 Minuten voor half 5 was
ik al wakker en kon niet meer
inslapen, mijn gedachten waren
weer direct bij het droevig noodlot
van maandagavond (Piet Pater).
Ik heb de voor en achterkeuken
gewerkt en was te middag klaar.
Na het eten weer proberen te
slapen, maar het ging weer niet
hoor. Kwart over 1 ben ik er weer
afgegaan. Moeder weer geholpen
en toen heb ik even bij het sikje en Teddy
in ’t gras gezeten. Ted was jaloersch.
Later mocht ik voor het eerst het sikje
geven. Vader heeft vanmorgen loopend
naar Kees Slijkerman geweest. Frans zat
vanmiddag met blote zwarte benen bij
tafel, toen ik Kapelaan aan zag komen,
maar hij is toch niet bij ons geweest.
Dus hij had er niets aan. Vanavond
ben ik naar het Lof geweest. Er werd
rozenhoedje voor Piet Pater gebeden. En
nu zitten wij weer bij elkander na 9 uur.
Aijen is er ook en heb Moeder helpen
aardappelen schillen.
06-05 Het eerste slachtoffer van den
oorlog is vanmorgen onder grote droef
heid ten grave gedragen onder leiding
van 5 politieagenten. Een treurige begra
fenis hoor. Bertus heeft alleen naar de
kerk geweest. Om even over half tien
(nieuwe tijd) was ik achter aan het vegen,
toen Kiek ineens voor mij stond.