...eerewijn gebruikt en nog menige toast gebracht’ Om 10 uur was het een drukte van belang bij de sluis. Nadat de heren Dekker enige vrolijke wijsjes hadden gespeeld, trad Jacob Krabman naar voren. Als bestuurslid van de polder prees hij een ieder die zich had ingezet voor de bouw van de sluis. Daarna stapten alle genodig den in een praam en onder de tonen van muziek voeren ze door de sluis naar de ringsloot. Daar stapte het gezelschap uit en liep over de kaai weer terug. In zijn dankwoord memoreerde Krabman de inzet van Plaatsman. Dit oud-Hoofd der School was immers een van de be langrijkste initiatiefnemers tot de bouw van deze schutsluis. Vervolgens liep men naar café De Tortelduif. Daar werd de eerewijn gebruikt en nog menige toast gebracht. ’s Middags waren er volksspelen voor alle inwoners van Waarland. De prijsuitreiking plaats vond in café Van Ophem en daar werden ook de festivitei ten afgesloten met muziek. Een half jaar later De sluis bleek een hele verbetering voor de tuinders en heeft zeker bijgedragen aan de ontwikkeling van de tuinbouw in Waarland. Vóór 15 oktober 1912 moesten de tuinders met paard-en-wagen hun producten vervoeren naar een van de losplaatsen aan de ringsloot rond de Waarlandspolder of naar de veiling bij Vertering uit eigen zak Het laatste agendapunt was de opening van de sluis op 15 oktober 1912. Om nieuwe misverstanden over het gebruik van consumpties te voorkomen, werd afgesproken dat ieder, met uitzondering van de burgemeester en de genodigden, zijn eigen vertering zou betalen. Op de dag van de opening wapperde van vele huizen in Waarland de vaderlandse driekleur. het station Noord-Scharwoude. Na inge bruikname van de sluis, konden ze recht streeks vice versa met hun schuit van hun schuur naar de afzetplaats bij de ringsloot of naar het station varen. Voor deze ver betering moesten alle ingelanden wél be talen. De polderlasten of omslagen gingen omhoog van f 4,50 naarf 8,- per ha. Voor het bestuur van de Waarlandspolder bleven nog enkele hobbels te slechten, met als belangrijksten het uitdiepen van de sloten en de verbetering van de door vaart bij de bruggen. Na een inspectie door Wartenhorst bleek dat de molensloot onvoldoende was verbreed en uitgediept. Degene, die het werk had gedaan, was het hier niet mee eens. Het bestuur koos toch de zijde van de opzichter en dreigde met maatregelen tegen de grondwerker, die uiteindelijk de klus toch klaarde. Na de oplevering van de sluis deed het gerucht de ronde dat de aannemer bij de aanleg van de sluis had gesjoemeld. Dit was zowel voor het bestuur als voor Mooij een heel vervelende kwestie. Op 2 april 1913 kwam dit netelige onderwerp in de bestuursvergadering van de Waar- landspolder ter sprake. Jacob Krabman leidde de vergadering, die ’s morgens om 11 uur in de molen begon. Bij het agenda punt over de sluis, zei hij: Van deze en gene verneem ik, dat er niet geheel volgens het bestek is gebouwd. Ik heb metselaar Simon Jaspers gesproken en deze beken de volmondig dat er ruim voor f 500,- tekort aan materiaal is gebruikt. Wat hiermede aan te vangen? Besloten werd Piet Mooij ’s middags uit te nodigen en deze om uitleg te vragen. Hij zal zich niet erg op zijn gemak hebben gevoeld. Zeker toen een tweede klacht op tafel kwam. De drempels bij de sluisdeuren waren te hoog. Mooij ging in de verdedi ging: De diepte is voldoende, ik ben zelf meermalen met een vracht door de sluis gegaan en ik heb in ’t minst geen last on dervonden. Ik vind dit wel wat overdre- Uit het werkboekje van Willem Mooij, een oudere broer van timmerman Piet Mooij. Hij woonde op Kerkbuurt. 'reccuz. La.-i-.ff'C-, trtre'U' Z f* 3 f /tn*//'cft. crót.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2010 | | pagina 24