Het niveauverschil tussen het water in de Waarlandspolder en het water in de ringsloot
bedroeg in die tijd 1,20 m. Om met een schuit vanuit de polder in de ringsloot te kunnen
komen of omgekeerd moest een sluis worden gebouwd. Met behulp van rinketten in de
sluisdeuren werd de waterstand in de sluis geregeld. De sluis nabij Waarlandsmolen had
een breedte in de dag (binnenwerks) van 2,70 m. en een lengte van 16 m. en had drie stel
deuren. Aan beide zijden van de sluis waren vleugels; elk 4 4 m. lang.
f 12.000,- Maar wanneer de sluis bij de
molen zou komen, was er geen woning
nodig. De molenaar kon dan dienst doen
als sluiswachter. Ook vonden verschil
lende ingelanden de post slootwerk aan
de hoge kant.
Op 1 december 1911 werd er gestemd.
Een bericht in de Schager Courant
vermeldt: Met 33 tegen 22 stemmen werd
besloten een sluis te bouwen. Met 45
stemmen werd uitgemaakt dat de sluis
bij de molen zal komen; 14 waren voor
het zuidelijk deel. (Het verschil tussen
55 en 59 is waarschijnlijk ontstaan door
de weging van de stemmen, één, twee of
drie naargelang het aantal ha. dat men
bezat.) Arie Zutt schreef in zijn boekje
Waarland van Toen: In de tijd van voor
bereiding was er een veehouder juist van
plan om zijn bedrijf te verkopen. Hij wist
ook dat veel tuinders met aankomende
gezinnen een stuk land wilden kopen. Hij
had belang bij een gunstige gezindheid.
Door zijn ‘ja werd een meerderheid
gehaald. Wie voor en wie tegen stemde,
is niet bekend. Maar dat de stem van
een veeboer belangrijk was, is wel
duidelijk. Tijdens deze vergadering van
de ingelanden werd ook besloten dat
ambachtslieden uit den Polder zullen
worden uitgenodigd naar het werk in te
schrijven.
onderling niet eens over de plaats van
de sluis: of bij de Hoogebrug of bij de
Waarlandsmolen. De globale kostenra
ming zag er als volgt uit: een sluis met
drie deuren en een woning f 8.650,-
tariefwerk f 350,- slootwerk ruw
berekend f 3.000,- Dit was tezamen
De eerste spade
Niet alleen over de bouw van de sluis,
het uitbaggeren van de sloten, maar ook
over de hoogte van de schutgelden maakte
het polderbestuur afspraken. Van Gede
puteerde Staten van Noord-Holland
moest het bestuur toestemming hebben
voor het heffen van schutgelden.
Die concessie (vergunning) werd ver
leend en de tarieven van de sluisgelden
werden in de vergadering van 18 septem
ber 1912 door het polderbestuur over
genomen. Toen in 1997 de boet van
Aagie plaats maakte voor een onderko
men voor de Stichting Molenhuijs, kwam
20
15
12lA
7Vi
5
cent
cent
cent
cent
cent
aan een muur een bord met
Schatgelden:
Een vlet
Een praam
Een driekwart
Een boeijer
Een schuitje
Op 30 april 1912 leidde burgemeester
Burger de vergadering met de stemge
rechtigde ingelanden en het bestuur van
de polder Waarland. Hierin kwam een
gewijzigde begroting, opgesteld door
Wartenhorst, aan de orde. Een sluis van
25 m. bij 2.70 m. voorf 8.500,-, sloot-
werk f 300,-, verandering bruggen f 700,-,
kosten toezicht enz. f 425,- en onvoorziene
uitgaven f 150,-, alzo tezamen f 10.075,-.
De woning was niet begroot, waaruit blijkt
dat het bestuur toen al gekozen had voor
een sluis nabij de Waarlandsmolen.
Het bedrag was bijna f 2.000,- lager dan
de begroting van het polderbestuur. Het
verschil lag niet alleen aan de woning
maar ook aan de post slootwerk. Enkele
leden vonden dit te laag, maar de verga
dering besloot deze post voorlopig zo
te laten. Het bestuur had onvoldoende
financiële middelen en moest daarom een
lening van f 11.000,- tegen een rente van
44 procent afsluiten. Ook hiervoor moest
toestemming worden verkregen van Ge
deputeerde Staten. Verder vertelde War-
tenhorst dat de sluismuren niet van steen
maar van beton werden gemaakt. En op
de vraag: Wanneer is de sluis klaar?, ant
woordde de voorzitter: We zullen er na
tuurlijk de nodige spoed achter zetten.
We zullen zeggen september, maar dan
moeten jullie niet al te driftig zijn. Met
deze woorden sloot Burger de vergadering.