De financiële afrekening Het is het vermelden waard, dat veel piepkuikenmesters voor het financiële gedeelte nogal eens afhankelijk waren van de voerleverancier. De kuikenmester moest zelf voor huisvesting en verwarming zorg dragen. De voerleverancier leverde het voer en in sommige gevallen betaalde deze de kuikens. Als de slachtkuikens waren afgeleverd kwam bij het afrekenen wel uit wat de kuikenmester had verdiend! bekend Arie Leijen uit de Diepgatweg, die eieren in Waarland en op Wieringen uitventte en Klaas en Ina Schuit die naast Waarland onder meer een ventwijk in Niedorp hadden. Verder waren er die zich bezig hielden met het mesten van piepkuikens. Dat wil zeggen dat eendagskuikens van Noord-Hollandse blauwen werden aan geschaft. Nadat ze op slachtgewicht waren gekomen, werden ze verkocht. Voor het vangen van deze slachtkippen, wat als regel in de late avond of nacht moest gebeuren, werden buurjongens opgetrommeld die voor een zakcentje de dieren in kratten stopten. Niet bepaald een klusje dat erg aansprak. Het was door gaans broeierig in het hok en de ammo- niaklucht prikkelde ogen, neus en keel! In de Sloeierd werden kuikens gemest door o.a. Klaas Sneek en Jan Klaver, aan de Waarlandsweg door Arie Bakker. Bij de laatsten konden ook geslachte kippen gekocht worden. Dit mesten werd overigens niet op grote schaal gedaan en is niet te vergelijken met de hedendaagse bio-industrie. Kuikens opfokken Het opfokken van de kuikens was vooral in de eerste vier levensweken een vrij arbeidsintensieve bezigheid. De kunstmoeder bestond uit een speciaal hiervoor ontwikkelde kachel waaraan een rond metalen scherm werd bevestigd. Hierdoor bleef de warmte rond de kachel zoveel mogelijk aanwezig. Deze kachel werd gestookt met steenkool. De tempe ratuur werd goed in de gaten gehouden. De kachel moest 24 uur per dag warmte uitstralen, niet te weinig, niet te veel. Bij te koude temperatuur verkleumden de kuikens of kropen op een hoop waar door de ondersten stikten. Bij te hoge temperatuur geraakten de kuikens te ver van de warmtebron af wat ook nadelige gevolgen opleverde. Wisseling van windkracht, vooral in de nacht, wilde de temperatuur sterk doen schommelen met genoemde gevolgen. Het was een hele verbetering toen overgegaan werd tot elektrisch- of gas-verwarmde kunst- moeders, voorzien van een thermostaat. Tegenwoordig worden gasbranders ge bruikt, een ontwikkeling met de laagste kosten wat het gevolg is van verder gaande perfectie. Zodra de kuikens voldoende in de veren zaten kon de kachel overdag uit en afhankelijk van de buitentemperatuur werd deze voor de nacht weer aange maakt. Dit voorkwam dat de kuikens op een hoop gingen zitten. Tegen de achterwand van de schuur werden ongeveer één meter brede lattenroosters aangebracht, ongeveer 40 centimeter boven de grond, waarop de kuikens de nacht moesten doorbrengen. De kippenhouder moest de kuikens tegen de avond daarop zien te krijgen en erop toezien, dat ze goed verdeeld op deze roos ters zaten. Dat was de eerste week elke avond weer een hele toer om ze aan deze rustplaats te laten wennen. Zo had hij ze erop, zo liep de hele meute weer door het hok. En dan maar opletten dat ze niet op een hoop kropen. Mensen nog aan toe, wat zal er wat gefoeterd zijn eer de kuikens zover waren dat zij uit zichzelf ordelijk hun nachtplaats opzochten! Met de tijd meegaan Wilde men met de voortschrijdende tech nieken meegaan, dan vroeg dat telkens aanpassing van de huisvesting en ver warmingsapparatuur. De kippenschuur van H. Naastepad aan de Slootgaardweg.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2010 | | pagina 16