HET HOUDEN VAN KIPPEN
DOOR DE JAREN HEEN
I
li
EOEN INLEGGER «WATERGLAS.
Jogchum IJpma
In menig gezegde komt iets voor over kippen. Een bewijs dat de
kip al vele, vele jaren door mensen wordt gehouden. Veel van
die gezegden zijn echter in de vergetelheid geraakt. Niet vreemd,
want waar zie je heden ten dage nog kippen loslopen? Hiernaast
een aantal van die veel voorkomende gezegden.
Met de kippen op stok gaan
Geen kip te zien
Als de kippen er bij zijn
Haantje de voorste
Praten als een kip zonder kop
Mijn kipje, mijn kipje wat heb je gedaan?
Je bent naar de stal van ons sikje gegaan.
Nu zal je wel vragen hoe of ik dat weet?
Ik hoorde je ka’klen en keek door een spleet.
Als moeder dat hoorde dan mag je voortaan
Niet meer uit wandelen gaan.
Getogen op de boerderij kon ik me
levendig voorstellen van wat zich in dat
liedje afspeelde. We hadden ook een
sikje (geit) en een geitenhok met spleten
tussen de planken. Onze kippen liepen
los op het erf en hadden een vrij sum
miere huisvesting. Ze legden vaak hun
eieren daar waar wij het liever niet hadden.
Niet zelden werd het geitenhok als
legnest gebruikt!
Oude plaatjes laten nogal eens zien hoe
de kippen zich rond de mestvaalt ophiel
den en daar op zoek waren naar wormen
en insecten. Menig schilder uit een ver
verleden legde op het doek de boerin vast
terwijl zij de levende have voerde; de
boerin keurig in kostuum met rondom
haar de kippen, veelal met andere dieren,
zoals pauwen en eenden. Het voer voor de
dieren bestond uit graan en keukenafval.
De kippen legden eieren als het voorjaar
aanbrak en stopten doorgaans daarmee
als de herfst zijn intrede deed. In de
winter legden de kippen nauwelijks.
De eieren, die in de zomerperiode ruim
voorhanden waren, werden wel ingelegd
in kalk of waterglas. Ze bleven dan goed
tot het voorjaar. In hoeverre de smaak
dan nog goed was meldt de overlevering
niet. Ik kan mij daar ook niets bij
voorstellen.
Een versje
Boer wat zeg je van mijn kippen,
boer wat zeg je van mijn haan?
Heeft de haan geen mooie veren?
Of staat jou de kleur niet aan?
Boer wat zeg je van mijn kippen,
boer wat zeg je van mijn haan!
at kippen steeds tot de verbeelding
van mensen hebben gesproken
moge blijken uit een versje wat ik op de
lagere school van Dirkshorn leerde. Ik
was toen al een kippengek, vandaar dat
ik dit het mooiste liedje vond wat ik daar
ooit heb geleerd. Het luidt als volgt:
I Uit: De Kleinveeteelt
I van 30 juni 1927.
MENG WATERGLAS MET
LARF WET MENGSEL AFKOELEN
ALVORENS HET
OVER. DE EIEREN
TE GIETEN.
hiermede
KUNNEN 100
Eieren ruim
Bedekt wbrdev.
INDIÊN GE NIET
ZOOVEEL EIEREN
TEGÉLVK HEET KUNT GE ER.
naderhand telkens eenige
BV VOEGEN. KOEL JBeWAREM.
WINKELEIEREN
ZVN NIETVEKSffl]
En niet schoon]
GENOEG. j
0
JULI 15 DE LAATSTE MAAND OM
|j?vN~Tü~EÏs~iOüuk: L7
GEBRUIK
GEEN
a bevuilde
a eieren.
JlKBULSCHE TUTTEN.GLAZE TUSSCHEV
IN TE LE GGE_N_. AUGUSTUS EIEREN (oF HOUTEN KUTJES ZVN ZEER.
CrSCHUCT.QMOHT ZV NIET ROESTER
ET
"REINIG GEEN )l
""ÉNKEL INLEG-EI.GE WRVFT HET) 10 X ZOOVEEL KOKEND WATER.
VUIL IN M SCHAAL EN UW El ZAl
BEDERVEN INDE INMAAKTOT
WtA VRAAGlietst
/SUibv een hoendertark
YER5CHE .SCHOOME,ONBEVRUCHTE
EIEREN,Die MET GEKNEUSD ZYN.^