Met negen personen
druiven krenten. Willem
Dekker en zijn vrouw
Nel Bekker zien toe op
deze tijdrovende klus.
Willem Dekker en
zijn huishoudster
Suze Schuit.
In 1929 liet Willem Dekker naast zijn
huis een druivenserre bouwen. Deze had
een lengte van 42 meter en een breedte
van 8 meter. Ook de andere drie zetten
een serre neer. Jan Zutt nabij de houten
Hooge brug, Klaas Zutt aan de Kerkweg
en Dirk Zutt aan de Weelweg. In de
lengte van de kas werden de druiven
stammen met ongeveer anderhalve meter
tussenruimte geplant. Regelmatig kwa
men de Waarlandse druiventelers bij
elkaar om ervaringen uit te wisselen.
Er waren vragen als: Hoe te bemesten en
hoe te snoeien en te krenten? Ze maakten
schema’s en voerden een stappenplan uit.
Pas na drie jaar kon er worden geoogst.
Op 24 mei 1932 trouwde Willem Dekker
met Nel Bekker. Toentertijd werkte een
echtgenote volop mee in het tuindersbedrijf.
Het was een must, ook bij Willem Dekker.
Bovendien had hij ook nog veel geld geïn
vesteerd in zijn druivenkas. Gelukkig
waren de opbrengsten het eerste jaar voor
hem en voor de andere drie goed genoeg
om met deze teelt door te gaan. Achter het
huis van Willem Dekker werd een tweede
kas gebouwd. Een inschattingsfout, want
bij harde wind sneuvelden er regelmatig
ramen. Dus werd de kas verplaatst naast
de bestaande serre aan de Waarlandsweg.
Dekker had kouwe kassen, dat wil zeggen
dat er niet werd gestookt. Hij had twee
druivensoorten: Black Alicante, blauw
van kleur en de Frankentaler, eveneens
blauw maar iets kleiner en zoeter dan
de Alicante. De teelt van druiven was
in bepaalde perioden van het jaar zeer
arbeidsintensief. Aan de hoofdstammen
zaten zijtakken, deze werden in maand
november op twee ogen gesnoeid. In
het voorjaar begonnen de scheuten uit te
lopen. Over de gehele lengte van de kas
waren op een afstand van ongeveer 20
cm. draden gespannen. Met raffia werden
de nieuwe scheuten aan de draden vastge
maakt. Half juni begon men met het
krenten van de druiven. Met twee vaste
werkkrachten, wat los personeel en
enkele van zijn kinderen werd dit werk
gedaan. Meestal was het na drie weken
klaar. Vanaf eind augustus tot half oktober
kon er worden geoogst.
Belangrijk was om de dauw op de drui
ven niet te beschadigen. In een kistje ging
houtwol, daarop een vel papier en vervol
gens de trossen druiven. De vrachtrijder
in die tijd was Jacob Stoop. Hij bracht
de kistjes met druiven, maar ook andere
groenten, zoals komkommers, naar de
veiling in Beverwijk.
In Waarland was Willem Dekker Hz. één
van de eerste druiventelers. Maar onder
de naam De Plantenkoning was hij meer
bekend. Aan veel tuinders in Waarland en
omgeving leverde hij koolplanten, die hij in
zijn druivenserres en onder platglas teelde.
In de loop der jaren stegen de arbeidslonen,
waardoor de druiventeelt steeds minder
rendabel werd. Midden jaren zestig werden
zijn laatste druiven geveild. Zijn zoons,
Theo en Cor, namen het bedrijf over en
gingen verder in de bloemen.
In 1973 verhuisden Willem Dekker en
zijn vrouw Nel Bekker naar een huisje
bij Sabinahof.
■N