9 De Langedijker tjalk: 12,60 m. lang, 3,00 m. breed en een diepgang van 0,85 m. Deze was 13,60 m. lang en 3,15 m. breed. De maten van de Niets zonder Gods ze gen werden afgestemd op de grootte van deze sluis. De tjalk werd 12,60 m. lang en 3,00 m. breed, had een diepgang van 0,85 m. en een laadvermogen van 22 ton. De stalen buitenkant werd in de koolteer gezet. Verder stond in het bestek: De betimmering van de roef en het voor onder geschiedt naar genoegen der schip per van 1e soort vurenhout en geverfd in de kleur naar verkiezing des schippers. daarop uien. De uien waren gevoelig voor licht en vocht en daarom kwam over de luiken een extra kleed om te zorgen voor een droge overtocht. Vanuit Langedijk werden er houten vaatjes met zuurkool meegenomen. Door de toename van de tuinbouw in Waarland kreeg schipper Tinus steeds meer werk. Ook waren de tuinders tevreden over de prijs van hun producten. Ze bleven hun aardappelen en groenten aan hem leveren en brachten ze niet aan de veiling in Broek op Langedijk. De afstand naar deze vei ling was voor de Waarlanders te groot. Een paar uur varen heen en een paar uur terug, dat nam te veel tijd in beslag. Aan de Westkade Het ging schipper Tinus, zoals hij in Waarland werd genoemd, voor de wind. Het geld dat hij het eerste halfjaar had verdiend, was een basis om een gezin te stichten. Het wettelijk huwelijk tussen Martinus Bruin en Maartje Arends vond plaats op 4 mei 1894 te Zuid-Scharwoude en daarna volgde het kerkelijk huwelijk. Ze gingen wonen aan de Westkade (nu: nr. 10) in Waarland. Schipper Tinus nam niet alleen zijn eigen aardappelen en groen ten mee, maar ook die van andere tuinders. Die brachten hun pro ducten met paard-en- wagen naar de los plaats bij de Hooge brug. De aardappelen gingen voorin en de kool achterin het ruim, van elkaar gescheiden door rietmatten. Op de kool lagen matten met in 1898 kwam een nieuwe veiling bij het station Noord-Scharwoude. Vanaf 5 juni van dat jaar werd iedere dinsdag, donderdag en vrijdag namiddags om 2 3/4 uur een Aardappel- en Groenten- markt gehouden. Bij dit systeem wisten de tuinders direct wat hun aanvoer opbracht en verkeerden ze niet meer in onzekerheid over de prijs die de handelaar zou uitbe talen. Door de komst van deze veiling breidde de klantenkring van Tinus Bruin zich uit. Vanaf die tijd vervoerde hij ook producten van de handelaren. In de stille tijd, mei, juni en juli, als de handel in bewaargroenten was afgelopen en de nieuwe oogst nog op het land stond, werd de tjalk verhuurd aan een visser uit Kolhorn. Tijdens de vangstperio de op ansjovis werd de roef van de tjalk omgebouwd tot woonruimte voor het gezin van de schipper. I Tinus Bruin en I Maartje Arends.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 9