8 De damschuit van Dirk Arends, beurtschipper op Amsterdam. Een eigen bedrijf Maartje Arends, de dochter van zijn baas, en Tinus raakten verliefd. Hoewel ze bijna acht jaar jonger was dan Tinus, was dit leeftijdverschil geen bezwaar. Veel zwaarder woog het feit, dat Maartje protestant en Tinus katholiek was. Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen, was in die jaren een veel gebruikte uitdrukking. De liefde tussen hen overwon en Maartje besloot katho liek te worden. Tinus wilde niet afhankelijk zijn van zijn schoonfamilie. Hij werd tuinder en startte daarnaast een eigen bedrijf als handelaar in groenten. Hij had hiervoor een eigen schip nodig. In januari 1893 liet hij voor f 2.050.- door de gebroeders Boot in Leiderdorp een tjalk bouwen. De betaling was in het koopcontract nauwkeurig gespecificeerd. Bij het teekenen van het contract de somma van één honderd gulden, bij de levering van den schuit de somma van vierhonderd gulden, en de resteerden gelden in jaarlijksche aflossing groot honderdvijftig gulden plus de rente ad 5%. Wat Tinus Bruin heeft bewogen om zijn schuit in Leiderdorp en niet dichterbij bij huis te laten bouwen, blijft een vraag. Opmerkelijk is dat in het contract niet stond wat de consequenties waren als één van de partijen haar afspra ken niet nakwam. De Langedijker kreeg de naam Niets zonder Gods zegen en in de zomer van dat jaar werd de schuit in Waarland afgeleverd. Niets zonder Gods zegen De naam tjalk werd in de zeventiende eeuw voor het eerst gebruikt voor een zeilend binnenvaartuig met een ronde boeg. Verder heeft een tjalk één mast met een gaffelzeil en twee zijzwaarden. Er zijn diverse typen, waaronder de Friese tjalk of het skutsje. De maten en het ma teriaal zijn verschillend. Een skutsje is van hout en groter dan bijvoorbeeld een Langedijker tjalk die vaak van staal werd gemaakt. Het vaarwater in Noord-Holland boven Alkmaar bestond hoofdzakelijk uit ring vaarten en kanalen met veel kippenbrug- gen. Die bruggen hadden een doorvaart- hoogte van maximaal 1,85 m. Het be langrijkste knelpunt in de vaarroute naar Amsterdam en Rotterdam was de sluis bij de Zes Wielen in Alkmaar. ijzeren Langedijker. Begin jaren tachtig had hij een boekwerkje over de familie Bruin gemaakt. Hierin schreef hij ook over zijn opa, Martinus of Tinus Bruin, die rond 1900 met een ijzeren tjalk en met een motorschuit naar Rotterdam ging om daar groenten te verkopen. Wat bleek: de tjalk die in 1980 in Zwartsluis was gezien, bleek gemaakt te zijn in opdracht van de grootvader van Jan Jaspers. Tinus Bruin werd op 4 september 1865 in Waarland geboren. Zijn ouders waren Jan Bruin en Aaltje Kant. Toen zijn moeder op 36-jarige leeftijd overleed, bleef zijn vader achter met zes jonge kinderen. Drie meisjes Antje, Geert en Neeltje en drie jongens Jan, Tinus en Piet. Vader Jan Bruin was tuinder en hij wist het gezin bijeen te houden. Bijzonder, want heel vaak viel in die tijd bij overlijden van één of beide ouders het gezin uiteen. Tinus Bruin was van de drie jongens het meest ondernemend. Op jonge leeftijd werd hij schippersknecht bij Dirk Arends in Zuid-Scharwoude. Deze had een dam schuit en wekelijks voeren ze op Amster dam of Rotterdam. Ze namen aardappe len en groenten van de tuinders mee en verkochten die daar. Bij thuiskomst werd er afgerekend met de tuinders.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 8