I Piet Pater. 3 Toen we later thuis waren, hebben wij brood gegeten. Toen kwam er nog een erg ongelukkige man, daar heb ik een tandenborstel van gekocht, f 1.75 kostte hij. Vader en Moeder hebben het samen betaald. Om even voor 11 uur had ik mijn werk af en ben naar buiten gegaan, want het was prachtig weer. Er vloog nog een witte vlinder langs mij heen en in de verte hoorde ik het spelen van kinderen die aan het bloemen plukken waren. Op zo’n tijd zou je haast niet geloven willen dat nu aanstonds alle jongens opgeroepen moeten worden. 30-04 Prachtig weer was het dat ik vanmorgen wakker werd. Daarom vlug mijn gewasschen en m’n gebeden gedaan, toen er uit. Moeder en Jantje hadden de bedden toen al in buiten. Alles was vol van de staking, maar ik ben rustig doorgegaan. Ook zag ik de Kapelaan nog naar Marie Jacet gaan, die nog steeds niet beter is. Het lijkt of zij nog twee maanden liggen moet. Wat erg voor haar hè, en dan in zo’n toestand. Ik knijp mij al zo erg dat aanstonds Dr. Schreuder ook weg moet, want ik heb hem in deze tijd zo noodig. Maar ja, zo zullen er meer zijn die offers brengen moeten. Ik heb nog even kousen gestopt, daarna ben ik naar Buurvrouw Stoop gegaan, die vandaag jarig is. Na het eten heb ik nog de achterkeuken gewerkt, omdat ze de bedden schoon gemaakt hadden. Onze greuwe poes heeft vandaag gejongd. Daar waren 6 katjes bij, daar Vader er 5 van verzopen heeft. Gisteravond is Anne er nog geweest om kranten voor de kasten schoon te maken. 01-05 Arie en Siem zijn vandaag weer thuis gekomen vanwege de staking die gisteren in werking is getreden. Dus we hebben de hele dag de jongens om ons benen heen en aldoor die berichten. Bah, niks an hoor. Vanmiddag had ik nog een reuze bof. Arie kwam in huis en kon nergens zijn cigaretten vinden en dacht dat hij ze verloren had. Toen ging hij weer naar buiten kijken of hij ze op de aardappelenkisten had laten liggen. Ik onderhand tot de H. Antonius bidden en waarachtig: ze kwamen uit zijn vestje vandaan. En toen vroeg hij of ik ook opsteken wou. Ik zei neen, maar ik kreeg er toch twee voor de Kapelaan. En nu komen de jongens in huis uit het Marialof, dus ik ga nu maar ophouden. 02-05 Zondag. Ik stond even voor 8 uur op en ging toen later met Jantje naar de Hoogmis van 9 uur. Het was Plechtig Aannemen. Nu het ging ook plechtig hoor. Om half 5 ging ik naar het Lof. Dat was ook prachtig. Ik had het nog nooit meegemaakt, zelfs van mijn eigen niet. Zuks moois moet ik altijd missen lijkt het wel. Toen gingen we met Aijen naar Trienke Bakker, daar hebben wij een visite afgelegd. Jan Bakker zei nog iets dat mij zomaar trof en toch vertelde hij het met een lolletje. Na het broodeten, vlug mijn tanden gedaan, even met Annie Zutt gepraat, toen zijn we met zijn drieën, Moeder, Jantje en ik naar Miep gegaan. Die had ook een mooie jurk aan, maar ze had niet zoveel gekregen dan Trienke Bakker. Nu zijn we allen thuis, want om 8 uur moeten we binnen zijn. 03-05 Het is opheden zo’n rare tijd. Je voelt het nu zo echt dat het oorlog is. Na het eten heb ik niet geslapen. Dat is eigenlijk niet goed, want dan ben ik de hele middag moei. Na het eten heb ik de boel opgeruimd en toen ben ik mijn ruiker tulpen gaan verdelen. Eén bij het Mariabeeld die Jantje gisteren weer gehaald heeft en één bij het Theresiabeeld, die nu achterop het radiotafeltje staat. 04-05 Het was vandaag een dag van grote droefheid. Gisteravond had Vader drie schoten gehoord en om 5 voor half 10 zagen wij een overvalwagen gaan. Dus wij dachten niets anders dan dat er IETS gebeurd was. Nu het was wel zo hoor. Vanmorgen werd ik met schrik wakker daar Bertus met een kalfje aan kwam lopen, die wij pas geteeld hadden, en tegen Jantje riep: Ze hebben Piet Pater doodgeschoten!! Later hoorden wij dat Hendrik Tamis, drie jongens van Tamis, Jan Veul en Nico Stam met de overval wagen meegenomen waren. Maar God dank zijn die met het spoor van half vier thuisgekomen. Wat is zoiets vreselijk. Zo men zei stond Dr. Schreuder erbij te huilen, dus het was wel paniek. Ik heb niet geslapen. Toen kwam Louw Stoop te vertellen dat hij in het water gevallen was. Toen later was mijn pinguïntje weer stuk gevallen en zo ging het maar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 3