32
Foto uit 1950.
De woning aan de
Weelweg 2.
Waalhaven als prinses Beatrix werd gebo
ren. Een heel ander leven, maar een beetje
avontuur en dat lag me wel. We hadden
veel dienst op Rotterdam. Donderdags la
den bij de Veiling Noord-Scharwoude of
in Broek op Langedijk. Was je ‘s avonds
vol moest je wel de nacht varen. Dat was
een bepaalde regel. De schipper voer de
Langedijk, toen de sluis Zeswielen tot de
vlotbrug in Alkmaar, want de Friese brug
was er nog niet. Buiten Alkmaar was voor
de knecht, Alkmaardermeer en De Zaan
tot de sluis Zaandam. Dan voer de schip
per weer de Voorzaan, het Noordzeekanaal
en door Amsterdam tot de Haarlemmer
meer. Daarna de knecht de ringvaart Haar
lemmermeer tot de Braasem, Woubrugge,
Alphen aan de Rijn, De Gouwe tot Gouda.
Daar kwam je op de Hollandse IJssel. Dat
was weer voor de schipper tot Rotterdam.
Het was zo ongeveer 12 uur varen Lange-
dijk-Rotterdam. We gingen ‘s nachts niet
naar de kooi maar lagen op de bank.
Vrijdag lossen in verschillende havens.
Vaak was je ‘s avonds leeg.
Hij had het goed naar zijn zin.
Er werd 35.- betaald op elke schuit, een
knecht verdiende 5.- het eten kostte 10.-.
Dus had hij zelf 20.-.
Ben je getrouwd is het wat anders, maar
Dirk was 21 jaar en vrijgezel. Met Kerst
kwamen we elkaar weer tegen in
‘t Zijdewind. Ik zei tegen hem: Als je wat
weet zeg het dan. Half januari belde hij
dat zijn knecht wegging. Op 24 januari
was ik in Broek op Langedijk en
31 januari 1938 lagen we te laden in de
Zelfstandig tuinder
Na de vrachtvaart kwam het werk op het
land weer in beeld. Zo langzamerhand
ontstond bij Nic Droog het idee om zelf
tuinder te worden. Eerst werkte hij bij ome
Piet waarbij hij ook met de vrachtauto naar
de veiling mocht. Door zijn oom Frans
Jong had de familie Bruin vier hectare land
in de Kampen. Broer Cor, die in dit gezin
was onder gebracht, bewerkte dit stuk land.
Cor zegde de huur op. Zo kwam het bij de
nieuwe huurder, Nic Droog.
We hadden een ligplaats in de Maashaven.
Zaterdag had je dan een vrije dag en was
er markt aan de Maashaven. Zaterdag of
zondagavond naar de bioscoop of naar de
Kruiskade daar stond een theater zoiets
als Carré in Amsterdam. We hadden een
open winter, geen ijs of narigheid. Als
terugvracht meestal graan voor Noord
Holland, ook wel maïs naar Landsmeer
voor de eendenboeren. Het werd zomer en
veelal bezig aan de scheepswerf, schrapen,
teren en schilderen maar weinig varen.
Ome Piet moest een andere knecht. Nou
was hij nooit een slechte betaalder, toch
ging ik er niet direct op in. Ik vroeg na
melijk 10.- per week boven kost en in
woning. Nou dat werd 7.50. Maar ome
Piet had zelf ook al wat land, dus werk
was er wel. Na een paar weken had ik
toch mijn tientje. Dat werk lag me wel.
Ook had ik gauw door dat hier wel een
extraatje in zat. In 1938 kregen we wel
winter. Half december begon het te vrie
zen. En dan ben je met varen klaar. Ik had
mijn rijbewijs en bij Jan Bouma in Haring-
huizen kon ome Piet een auto huren, een
Ford 2,5 ton. Nou dat stond ome Piet wel
aan. ‘s Morgens in de cabine naar de vei
ling. Dan ging ik koffie drinken bij Ger
Hop. Ik had meestal ‘s morgens een
vrachtje en ‘s middags een. Maar ja, we
bleven verdienen. Je had nog geen kachel
in de auto en ook geen antivries. ‘s Avonds
de motor aftappen en als je stond te laden
of te lossen moest je hem afdekken.
Van ome Jan hoorde ik dat Cor Droog de
huur van het land had opgezegd.
‘s Avonds zat ik bij ome Frans want die
ging over het land en huurde ik de Kam
pen. Wat ga je nu doen? Ga je je daar
opsluiten in de Kampen, zei hij. Maar het
had toch altijd wel wat eigen baas. Vier
hectare land met een schuur voor 400.-
per jaar, daar zag ik wel brood in.