31 De Weelbrug met op de achtergrond de in 1926 gebouwde schuur TRIO. jes vertering. 1935 Was een mooie zomer. Er werd ook wel veel tarwe, haver en gerst verbouwd. Door het mooie weer was er veel narigheid in de kool op het land. Later noemde men het, het luizenjaar Bestrijdingsmiddelen waren er nog niet, maar er werd wel veel minder geteeld. Het was augustus, Ali Mulder vroeg iemand voor de dorskas. Danenberg wilde mij wel kwijt. Samen met Cor Post kwa men wij bij Mulder. Hij 18.- en ik 12.- per week. Wij begonnen aan de ringvaart van Waarland, waar men vanuit Waarland, Bleekmeer en Speketer alles per schuit aanvoerde. Dat was 16 augustus, de dag na Maria Hemelvaart, dat was toen nog zondag. Vandaar naar Dop Bakker en toen bij de boeren in de Schagerwaard, Zijdewind, Moerbeek en Nieuwe Niedorp. Half december was het gebeurd, maar wel een mooie tijd. Danenberg had mij niet meer nodig. Daar zijn wij niet zo blij mee, zei ome Gert. Ik zei: Ik betaal wel kostgeld. En toen kon het wel. Ik verhuur de mij per l maart bij ome Jan Bruin voor 10.- per week. Dat was in 1936. Brussel Naast werken op het land, mocht Nic Droog ook naar de veiling. Bij zuurkoolfabriek Hart en Co. in Oudkarspel vroeg men hem om naar België te gaan om in de be- waarkool te werken. Samen met zijn broer Dirk begon hij aan dit korte avontuur. Het was september en ik werd wel eens uitgeleend aan ome Piet Bruin, de vracht- schipper. Dat vond ik niet erg. Het werk lag mij wel en ik had altijd wel wat extra. Naar Rotterdam Nic Droog hield contact met zijn broer Dirk. Deze vroeg hem om schippers knecht te worden voor de vrachtvaart op Rotterdam. Dat duurde tot de zomer, toen was er geen werk meer. Bij de fabriek van Hart met witte kool: de kool werd gestapeld, het groene blad moest eraf. Ik stond te stapelen, kwam Thijs Hart bij mij, zijn zoon Henk was directeur. Hij dacht dat ik een los mannetje was en vroeg of ik voor hem naar België wilde in de bewaarkool. In 1935 was in ons land teeltvergunning. Er mocht minder kool worden verbouwd. Door de warme zomer en luizen werd hier minder kool aange boden aan de veiling, wat de prijzen ten goede kwam en minder doordraai gaf. In 1936 ging de Fa. Hart met een relatie in België land huren en kool verbouwen. In oktober moest de kool van het land en werd volk gevraagd. De schuit was leeg en ik ging naar de ouwe baas Thijs Hart, want ik had een vaste baan, ik mocht bin nen een week uitslag doen en ook nog iemand meenemen. Broer Dirk was veel schippersknecht, maar had die zomer met een paard van Freek Stoop in de Wieringer- meer gewerkt maar dat was ook in sep tember over. Dirk wilde mee. Op l oktober gingen we voor Hart naar België in de be- waarkool. Voor 10.- boven kost en inwo ning. In Brussel hadden ze pakhuizen ge huurd. Hart had daar ook een zuurkoolfa- briekje. Maar met de kerstdagen waren we weer in Holland, we waren zeker te duur. Die werkverschaffing lag me niet maar een paar maanden kwam ik wel door. Per l maart kon ik naar ome Hein in Anna Paulowna. In 1936 had ik mijn rijbewijs gehaald en dit werd 5.- boven kost en inwoning, meer was er toen niet te verdie nen. Ome Hein kocht in commissie en grossierde in Den Helder. Dat autorijden lag me wel maar die man had tekort werk voor mij. In Anna Paulowna voelde ik me niet thuis. Vaak ging ik zondags naar De Weel. Je ging langs het Oude Veer, Oudesluis naar ‘t Buurtje in Schagerbrug, waar ome Frans Veul en tante Anna woon den. Zelf was ik maar matig tevreden, ik wilde graag meer verdienen, maar er was gewoon geen werk voor mij. November, ik was alleen thuis, komt Dirk. Hij lag met zijn schuit aan de Van Ewijcksluis om kool te laden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 31