vergunning voor een overreed’ 23 Een spoorwegovergang De overreed in de spoorlijn was het vol gende belangrijke discussiepunt. Vijftien jaar eerder, op 18 december 1865, was het tracé Den Helder-Alkmaar geopend. Een deel daarvan liep door de gemeente Harenkarspel. De lijn was eigendom van de Staat der Nederlanden en werd geëxploiteerd door de Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Hoe te handelen in beide zaken, de overreed en de eventuele onteigening van de percelen van Sluijterman van Loo? Hiertoe werd contact gezocht met de Heer Commissaris des Konings. Jb. Swan en secretaris J. Fraij kregen een uitnodiging en reisden af naar Haarlem. De commissaris gaf bruikbare adviezen. Voor de overreed moest de Banne Haren karspel zich wenden tot de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid en voor de onteigening kwam de wet van 1851 ter sprake. Hierin stond dat tot onteigening kon worden overgegaan indien de be treffende eigenaar niet of voor een te hoge prijs zijn land wilde afstaan. In de volgende vergadering kwamen deze twee adviezen aan de orde. Er werd be sloten een brief naar Den Haag te schrij ven om een vergunning voor een overreed. En waar het over de mogelijke onteige- De afwikkelingen rondom zijn testament zullen de verkoop van de betreffende percelen mogelijk hebben vertraagd. ning van de percelen van Sluijterman van Loo ging, werd opnieuw contact gezocht met deze familie en ook met de huurder jacob Molenaar om met elkaar tot een oplossing te komen. Bochten in de weg. Kruising Waarlandsweg- Roodpannenhuisweg. Overbruggingen Bij de aanleg van de weg kreeg de com missie niet alleen te maken met de eige naren van de grond, het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, maar ook met de besturen van het Geestmer- ambacht en van de drie polders. In no vember 1880 schreef de secretaris van de banne een brief aan de Heeren Dijk graaf en Heemraden van het Geestmer- ambacht waarin stond dat de banne het voornemen had een verbindingsweg aan te leggen en deze te beharden over een lengte van ruim 5000 m. vanaf de Woud- meerweg in aansluiting op de Heerenweg tussen Zijdewind en het Niedorper- verlaat. Dat echter ter uitvoering van dit plan de overbrugging over de Raaxs- maatsboezem onvermijdelijk is en wel in de Woudmeer en over de Weel in vervanging van de aldaar zijnde voetbruggen. Verder een over brugging over de ringsloot tusschen de Speketer en de Slootgaard- polder, alwaar echter bereids een rijbrug is die behoort te worden vernieuwd. (Later bekend als: de brug van Ceesie Bakker, Slootgaardweg 41). Met de bepaling dat met de wijdte voor de doorvaart rekening zal worden gehouden. Met de besturen van de drie polders wer den afspraken gemaakt over de plek waar nieuwe sloten, duikers en vaste bruggen zouden moeten komen. De kosten van het slootwerk met een totale lengte van 5283 m. werden geraamd op f 5.700,-. Over het aantal en over de plaatsen van de duikers en bruggen kon men het in eerste instantie niet eens worden. Tijdens de aanleg van de weg zouden ze ter

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 23