19 Beeld van Indië Piet had een souvenir uit die tijd. Het is in Indië gemaakt door een houtsnijder. Het is een houtsnijwerk met afbeeldingen van het Indone sische landschap: sawa’s, de rijstvelden met de karakteri stieke dijkjes, palmbomen en bergen. Het wapen van de Gre nadiers en voor wie het ge maakt is: het 1e peleton. Dat bestond uit 30 personen. De maker heeft het dus even zo veel keer uitgesneden. Aan de zijkant staan de plaatsen waar Piet gelegerd was. Er staan er acht vermeld. Tjibeber, Lampe- gan, Sukabumi, Njalindung, Tjitjurug, Djakarta, Tjipajung, Semarang. In totaal is Piet 14x verhuisd. De andere zes staan niet op het bordje. Want nadat het bordje gemaakt is, zijn ze nog zes keer verhuisd, bijvoorbeeld naar Bandoeng, hoger gelegen en daarom niet zo warm. Erebegraafplaats bij Batavia. Foto uit 1950. Piet is zijn hele diensttijd op Java geweest, vooral in Mid den en West-Java. De ver schillende garnizoenen lagen bij de steden. Wel moesten ze vaak verhuizen. Over het waarom hoorde je niets. Dan stond de vrachtauto weer klaar en moest je naar een ander dorp. De huisves ting was dan in particuliere huizen of in scholen. Deze werden gevorderd. Soms zat je met 30 man bij elkaar, soms met een man of zes. De ene keer was je in een mooier huis gelegerd dan de andere keer. In Indië was het de taak van Piet en zijn open treinwagons. Geen aan gename ervaring. Ze kwamen aan in Tjibeber, daar kregen ze verdere instructies. De eerste ervaring was het dou chen ’s avonds. In het zwem bad liep iedereen in het ver frissende water bloot rond. Mannen, vrouwen en kinde ren. Een vreemde gewaar wording voor iemand uit het koude Nederland. Het wende snel. Later gingen ze veel zwemmen in de kali (rivier). collega’s om verbindingen te maken. Dat betekende draden leggen. Kort gezegd hield dat in dat ze met een jeep door het landschap reden. Een grote rol draad werd dan afgerold. Daarna moesten anderen de draden in de bomen hangen zodat deze niet zichtbaar voor de vijand waren. Als die ze echter toch vonden dan knipten ze de draden door en maakten deze met een plakbandje weer aan elkaar vast. Dan leek alles in orde, maar de verbinding was wél verbroken. Piet maakte ook kennis met de hele andere mentaliteit in dit tropische land: Op een keer hadden ze zich net geïnstalleerd in een dorp. Voor de radioverbinding hadden we een antenne in de boom gehangen. Voor de ontvangst een prima plek dachten we. Maar het hele dorp was in rep en roer want het was een heilige boom. Wachtlopen Piet zat steeds bij de verbindingstroepen. Maar omdat de schermutselingen op zijn eind liepen waren de verbindingen niet meer zo nodig. Het wachtlopen kwam daarvoor in de plaats. Bijvoorbeeld bij de Erebegraafplaats bij Batavia. De soldaten zaten dan hoog in de wachttoren en konden alles overzien. Ook de militaire spullen hadden bewaking nodig. Zo stond er een loods met opslag- goederen. De inlanders probeerden door

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 19