16 Op 17 augustus 1949, een week voor de Waarlandse kermis, was de afvaart. Vaders en moeders op de kade zwaaiden de soldaten uit. Piet hierover: Een hele belevenis voor een jongen uit de polder. Vanwege die disciplinaire maatregel met een week arrest, begon de reis niet zo leuk. Overdag moesten ze aan alles mee doen, zoals het appel en piepers schillen. Maar ’s avonds en ’s nachts moesten de gestraften naar de voorpunt van het schip. Daar was een afgeschermd gedeelte dat dienst deed als een soort gevangenis. Toch een rare gewaarwording, in de stilte van de nacht hoorde je het klotsen van de golven tegen het schip, vertelde Piet. De Zuiderkruis De reis naar Indië ging per schip, ss Zuiderkruis. Een passagiersschip voor 800 personen, maar toen omgebouwd om 2.000 soldaten naar Nederlands-Indië te brengen. Het vertrek was vanuit de haven van Rotterdam. De meeste soldaten gingen gezamenlijk vanuit de kazerne naar de boot. Piet en dorpsgenoot Jaap Dekker kozen er echter voor om op eigen gelegenheid te gaan. Dat had nog een vervelend staartje, want ze kwamen op het laatste nippertje aan. Te laat naar de mening van hun meerderen en daarom kregen ze een week straf. Op het schip Een maand lang zaten ze op de boot. Slapen deden ze in een hangmat van zeildoek, opgehangen aan kettingen. Na het opstaan volgde het appel en dan moest je maar zien hoe je de dag doorbracht, vertelde. Piet, wel waren er de verplichte bezigheden zoals het corvee met o.a. het onvermijdelijke piepers schillen voor de vele hongerige magen. Vooral in het begin van de reis werden hele ladingen aard appels onder handen genomen. Later werd dat minder. Ik vermoedde dat er toen machinaal geschild werd of dat de koks het zelf deden. Piet dacht met veel plezier aan het eten terug: Rustpunten waren de etenstijden. Er was een hele goede keuken aan boord, dus daar keek je naar uit. Vaak moest je ook nog in de broodbakkerij helpen om het brood een paar verdiepingen hoger te transporteren. Wij gingen dan in een rij staan en de broden werden overgegooid. Dan verdween er onderweg wel eens een brood. s Avonds smikkelde je het dan op met kaas of suiker lekker witbrood! Heerlijk met een biertje er bij! Aan boord dronken ze altijd flessenbier, afkomstig uit de koelcel aan boord. Al spoedig kregen ze te maken met storm. In de Golf van Biskaje spookte het. Piet wist het nog goed: Iedereen moest onder in het schip gaan zitten want hoe lager de last, hoe stabieler het schip. Bovendien was het levensgevaarlijk aan dek, je kon er door een overkomende golf zo afspoelen. Het schip maakte in die storm een enorme slagzij. De tocht voerde langs Gibraltar. De herin- I Troepentransportschip ss Zuiderkruis.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2009 | | pagina 16