’Dat zij nog niet van deze bovenmeester af waren 30 J.M.A. de Heij, Hoofd der School. De meester achter kwalitatief uitstekend onderwijs in Waarland. was het dan zover. De kinderen hadden met zelfgemaakte uitnodigingen alle be trokkenen uitgenodigd. De school was versierd met vlaggetjes en op het school plein hadden de kinderen kleurige straat- tekeningen gemaakt. De Inspecteur van het Lager Onderwijs, de heer Turkstra, verrichtte de openingshandeling door de onthulling van het in de gevel aange brachte kunstwerk van Tollenaar. Onder schoolgebouw siert. Het linker gedeelte verwijst naar de beslotenheid van het gezin, waaruit het schoolkind voortkomt. Dit deel is verbonden met het middendeel, dat de verbondenheid school en gezin symboliseert. Tevens is daarin verwerkt de ontwikkeling, die het kind op school doormaakt om het rijp te maken voor een plek in de maatschappij. Vanaf dat punt lopen in het rechterdeel veel lijnen naar alle kanten, waar kinderen hun weg zoeken in de grote mensen wereld. De rol van meester De Heij Eind mei was de bouw zover gevorderd, dat de tweede verhuizing van start kon gaan. Het moet een schitterende uittocht zijn geweest. Alle kinderen, die gingen verhuizen, moesten namelijk in een strakke colonne van de oude naar de nieuwe school marcheren. Ieder van hen moest daarbij wél zijn eigen stoel(tje) meenemen. Voor het zwaardere transport reden opnieuw wagens vol met school banken en leermiddelen af en aan van de oude school aan de Kerkstraat naar de Volleringweg. Op vrijdag 12 juni 1970 Niet met stomheid geslagen De Heij wist, aldus het krantenverslag, voor de eerste keer in zijn leven eigen lijk niet goed wat te zeggen. De vele lof tuitingen hadden hem verrast en hij vond dat hij gewoon zijn plicht had gedaan. Niettemin was hij dankbaar voor de waar derende woorden. En De Heij zou De Heij niet zijn als hij geen gebruik zou maken van de situatie, want in zijn dankwoord maakte hij melding van een levensgroot probleem. Op een verzoek een tiende leer kracht aan te mogen stellen, was afwij zend gereageerd, omdat de school twee leerlingen te weinig zou tellen. Het onder wijzend personeel staat daardoor voor veel te grote klassen (gemiddeld 40 leer lingen). Hij uitte de hartgrondige wens alsnog toe te stemmen in een tiende leer kracht. Een andere wens had betrekking op een speelleerklas. Het benodigde geld daarvoor zou al door Gedeputeerde Sta ten zijn goedgekeurd. Tot nu toe had bur- gemeester Nolet zich op de vlakte gehou den, aldus De Heij, maar hij bleef niette min hopen op ‘een brief’ van het gemeen tebestuur. Bijvoorbeeld als cadeau voor de opening van deze school. De Inspecteur en de burgemeester zullen elkaar eens hebben aangekeken, wetende dat zij nog niet van deze bovenmeester af waren. luid applaus van het publiek zakte een zwart plastic zeil, waar achter het kunst werk was verborgen; gelijktijdig kozen honderden ballonnen het luchtruim. Na bezichtiging van het fraaie en efficiënte gebouw, verzamelden de genodigden zich in de aula, die nauwelijks groot ge noeg was om alle gasten een plaats te bieden. De voorzitter van het Ouderco mité, de heer Jan Zuijdam, had de leiding. Sprekers, zoals de voorzitter van het Schoolbestuur, de heer Theo Dekker Dz. en burgemeester Nolet, spraken over de moeizame wijze waarop de bouw tot stand was gekomen, maar bovenal prezen zij in hun speech de rol van meester De Heij. Zijn doorzettingsvermogen en vasthoudendheid waren van doorslag gevend belang geweest bij de totstand koming van het fraaie resultaat.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2008 | | pagina 30