’Dezelfde dag bezocht hij ook Treslong in Hillegom’ 20 voor gladiolen en dahlia’s 1 maart was. Een andere afspraak was dat de veilingen alleen de betalingen van de transacties, die via de veiling plaatsvonden, afwikkel den en dat ze zich niet bemoeiden met koop en verkoop buiten de veiling om. Freek Stoop had zich toegelegd op witte gladiolen en hij verwachtte dat deze kleur ook geliefd zou worden bij het grote publiek. Hij kocht in Noord en Zuid-Holland bijna alle gladiolen van die kleur op. In Waarland werden ze behandeld en de gehele winter opgeslagen. Maar in het voorjaar bleef de vraag naar die kleur uit. Freek bleef met het grootste deel van zijn voorraad zitten en hij kon niet aan zijn financiële verplichtingen voldoen. Hij wist de veilingdirecties en de kwekers ervan te overtuigen dat zijn bedrijf sterk genoeg was om dit te overleven. Binnen twee jaar had ieder het geld waar ze recht op hadden. Naar de beurs Bollenhandelaars moesten in die jaren hun brood langs de weg verdienen. Freek Stoop ging daarom elke maandag en donderdag naar de Bollenstreek. ’s Maandags was er bollenbeurs in het Kre- lagehuis te Haarlem. Daar kwamen han delaars, exporteurs en commissionairs bij elkaar. Iedere exporteur zat in een aparte ruimte en de handelaars konden naar binnen stappen om hun partijen bollen te koop aan te bieden. Op donderdag ging Freek naar de twee veilingen in Lisse: de Hobaho (naar de namen van de oprichters: Homan, Bader en Hoge- woning) en de HBG of Hollands Bloem bollen Genootschap. Dezelfde dag be zocht hij ook Treslong in Hillegom. Ook daar werd, afhankelijk van aanbod en prijs, door Freek gekocht en verkocht. Kort na de oorlog ging hij met de bus vanaf de Provinciale weg naar Alkmaar en vervolgens met de trein naar Haarlem of Hillegom. In 1946 kocht Freek zijn eerste auto, een Opel Kadett. Nic Zwager man werd toen zijn chauffeur, want het duurde een poosje voordat hij een rijbe wijs had. De reis naar Haarlem, Lisse of Hillegom duurde tot de opening van de Velsertunnel in 1957 vaak langer dan anderhalf uur. Door Alkmaar, Limmen, Beverwijk en met de pont was toen een tijdrovende onderneming. Maar als hij ’s avonds met een pak koopbriefjes, gevouwen en zichtbaar in de borstzak van zijn jasje, naar huis ging, glunderde hij. Weer een hoop zaken gedaan, Freek, zei men dan. Niet allemaal winst hoor..., antwoordde hij steevast, er zit ook wel eens een niet tussen. Nabeurzen Een tiental bollenhandelaars uit Noord- Holland, waaronder Freek Stoop, had de gewoonte om na de beurs van Haarlem of Hillegom in Alkmaar bijeen te komen. Naast zakelijke contacten had men ook behoefte om andere ervaringen uit te wisselen. Een geschikte gelegenheid was toen Koekenbier Later is het nabeurzen verplaatst naar café-restaurant Schuijt (Theunissen) tegenover het station. De dames van de handelaars gingen zo nu en dan in Haarlem of Amsterdam winkelen. Bij terugkomst met de trein konden ze dan zo oversteken en bij hun mannen aanschuiven. Hier werd de inwendige mens versterkt met een hapje en een drankje. Aan naar huis gaan, werd voorlopig niet gedacht. Ook van Bob had men nog niet gehoord. Na afloop van dit samenzijn stapte ieder weer in zijn auto en reed huiswaarts. Pionieren Tot midden jaren vijftig werden de meeste gladiolen in de bollenstreken van Noord en Zuid-Holland geteeld. Omdat de vraag naar deze bollen steeds groter werd, zochten de handelaars mo gelijkheden in andere provincies. Voor het zover was, moesten de potentiële kwekers voorlichting krijgen. Hiertoe werden bijeenkomsten georganiseerd door de veilingen in samenwerking met de handelaars. De Zuid-Hollandse eilanden en Zeeland werden als eersten bezocht. Na de watersnoodramp van 1953 moesten vele boeren hun bedrijf weer helemaal opbouwen en een nieuwe teelt zou welkom zijn. In plaatselijke cafés werden lezingen gehouden over de wijze van telen, maar ook over de commerciële kanten, zoals afspraken met veilingen en handelaars. Freek Stoop ging verschillende keren naar een van de Zuid-Hollandse of Zeeuwse eilanden waar hij hoopte het vertrouwen van

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2008 | | pagina 20